14 DECEMBER 1962. 713 wijze dekking te vinden. Spreker deelt tenslotte mede, dat hij ook namens zijn fractie genoot spreekt. De heer BROEDERS zegt uit het antwoord van de wethouder be- repen te hebben dat de mogelijkheid er is alle percelen, dus ook ie niet aan de weg belenden, te belasten. Indien dit geschiedt dan zullen de eigenaren van de belendende percelen minder belast wor den. Hij is ervan overtuigd dat er verschillende percelen zullen zijn, die zo ongunstig zijn gelegen, dat er heel weinig baat is. Spreker is bereid net voorstel van burgemeester en wethouders te accepteren, doch is van mening, dat de onbillijkheden die in de verordening schuilen er uit moeten verdwijnen. De heer KRAMERS vraagt of de wethouder bereid is alle kantoor panden in de precario-hefnng te betrekken. Mevrouw VAN MIERLO is van mening.dat de horeca-sector door de precario-verordening zwaar kan worden getroffen. Zij doet de suggestie, bij belasting van de vierkante meters de kubieke meters vrij te laten. De heer VIS begrijpt uit de woorden van de heer Broeders dat de K.V.P.-fractie geen bezwaar heeft tegen het geraamde bedrag voor opbrengst van de baatbelasting. Indien er onbillijkheden inde rege ling schuilen wil hij de heer Broeders gaarne steunen om deze on billijkheden weg te nemen. De heer RATTINKzou gaarne van de wethouder vernemen of hij het voorstel van de heer Kramers om kantoorpanden, zijnde bedrijfs panden, onder precario-verordening te brengen accepteert. Hij krijgt het idee dat de luifelbelasting is opgezet om de winkeliers hierin te betrekken. Er zijn verschillende kantoorpanden, die aan de openbare weg zijn gelegen. Gaarne zou spreker vernemen of het de bedoeling is deze kantoor panden al of niet in de precario te betrekken. De heer MELZER neemt op gezag van de agrarische experts in de raad aan dat inde verordening baatbelasting voor het landelijk ge bied onbillijkheden schuilen. Indien een billijke heffing mogelijk is door meer aanslagen op te leggen, dan wil spreker zich gaarne aansluiten bij de door de heer Broeders gedane suggestie. Wethouder MEIJS antwoordt dat de heer Van Caulil gesproken heeft van een onbillijke heffing bij de door burgemeester en wet houders voorgestelde baatbelasting. Gezien echter het bedrag per strekkende meter wat in het stedelijk gebied betaald moet worden, kan hij niet zeggen dat het voorgestelde bedrag voor de landelijke gebieden onbillijk is. Spreker is echter wel bereid het belasten van de z.g. achtergebieden nader te bekijken. Maar de heffing zal dan qua bedrag hetzelfde moeten blijven omdat in vele gevallen zeer moeilijkzal blijken te zijn uit te maken welk perceel.dat niet aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 713