72 17 JANUARI 1962 DE WONINGBOUW Triest is de ervaring van die 200 woningwetwoningen, zijnde het con tingent 1961 ons toegewezen bij besluit van gedeputeerde staten van Noord-Brabant. Maar ons respect gaat uit naar al hetgeen toch nog is gerealiseerd en de plannen die nog in portefeuille zijn. Dat de minister van volkshuis vesting en bouwnijverheid mededeelde dat het rijk voor elk ontruimd en afgebroken krot aan de gemeente een premie van 600,— zal ver lenen, van welke premies een fonds gevormd dient te worden, uit welk fonds bijdragen aan de bewoners van de te ontruimen krotten toegekend moeten worden, als overbrugging, gedurende een aantal jaren, van het verschil in de huurprijzen, als tegemoetkoming in de verhuiskosten en als uitkeringen aan hen die door opschuiving woonruimte voor deze krot bewoners vrij maken, voelt onze fractie als een volslagen ontoereikende poging aan dit bekende euvel daadwerkelijk iets te doen. Wij zien deze 600,— wel als beter iets dan niets, maar een handleiding toveren voor uw college wordt er niet bij gegeven. Tot slot over dit hoofdstuk nog één vraag. Er bestaat een Vrouwen- Advies-Commissie. Ik weet dat er veel adviezen zijn welke prima bruikbaar zijn voor de woningbouwer. Is het teveel gevraagd om een delegatie van 2, 3 of 4 (niet de voltallige commissie) werkelijk te horen vóór er een aanvang met de bouw wordt gemaakt? Wanneer na de bouw bepaalde, goede, door hen voorgestelde verbeteringen zouden moeten worden aangebracht is dit veel kostbaarder. BEJAARDENZORG De bejaardennota heeft ons, naast een duidelijk inzicht in de materie, vertrouwen geschonken, voornamelijk wat betreft de instelling van uw college, omtrent de verzorging van hen, die, op leeftijd gekomen, ondanks de A.O.W., niet voldoende draagkrachtig zijn om zelfstandig het wonen in een bejaardentehuis te financieren. Onze fractie ziet nog steeds, naast deze tehuizen (waarbij ik aanteken dat het besluit om het bejaardentehuis Ruitersbos van 180 op 243 bedden te brengen wéér een stap in de goede richting was, alhoewel er „helaas" maar 13 kamers voor 2 personen in komen), onze fractie ziet nog steeds naast deze tehuizen als ideaal voor man en vrouw, dan wel voor man óf vrouw de kleine woning in de diverse woonwijken. Typisch voor het gevoel van zelfstandigheid èn voor het gevoel van zich thuis-weten bij en tussen hun eigen kennissen en familie. HET NIJVERHEIDSONDERWIJS Allereerst wil ik met onze fractie de oprichting èn bloei van het r.k. Nijverheidsonderwijs naast het openbare toejuichen en onderschrijven dat beiden recht van bestaan hebben. De perfecte samenwerking, door ons gehoopt en voorzien, is volledig gebleken. Helaas kan ik, na mijn algemene beschouwingen van 1959, nog steeds niet vinden dat er voor de Gemeentelijke Technische School met kracht is gewerkt aan een verbetering. Ik tast hierbij beslist niet aan de kwaliteit van het onderwijs en de outillage, waaronder ik versta de machines en gereedschappen, niet alleen om niet in conflict te komen met de heer Cosijn, doch omdat ik hierover niets dan woorden van lof kan laten horen, mijnheer de voor zitter. Maar... waarom kocht de gemeente indertijd de woningen aan de Marksingel? Waarom moeten deze leerlingen voor het verkrijgen van hun lichamelijke ontwikkeling zich nog steeds kris en kras door de stad verplaatsen? Waar blijft hun sportaccommodatie?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 72