'724
14 DECEMBER 1962.
Spreker zou gaarne nadere inlichtingen hebben over de in het
jaarverslag genoemde "nieuwe leest".
In het bijgevoegde overzicht van verstrekte subsidies over 1961
staan enkele muziekuitvoeringen o.a. Samson en Delila, dat op
de lijst weliswaar is doorgestreept en de opera "Die Entführung".
Spreker vraagt zich af of deze uitvoeringen niet onder volgnummer
582b moeten worden verantwoord.
Spreker vraagt of de wethouder hierover nadere mededelingen
wil doen.
Vervolgens zegt hij dat hij hulde wil brengen aan de directie
van het cultureel centrum "De Beyerd" voor de aktiviteiten, die
daar worden ontplooid. Vooral de Beyerdavonden zijn iets bijzon
ders. Zo trad enige tijd geleden op een Beyerdavond Het Saarlands
Kamerorkest op, waarvan in De Volkskrant stond vermeld, dat dit
het beste kamerorkest ter wereld is. Spreker zegt dat de raad zich
moet realiseren, dat het optreden van een dergelijk orkest voor
kort in Breda onmogelijk was.
Wethouder BASTIAENSEN zegt dat de nieuwe geest in de cul
turele werkgemeenschap bestaat in een concentratie van haar werk
zaamheden bij het dagelijks bestuur, dat veel meer contact met
de culturele aangelegenheden in de gemeente zal kunnen hebben
en daardoor kan propageren en stimuleren. Nu is er een vrij gere
geld contact van burgemeester en wethouders met het dagelijks
bestuur van de culturele werkgemeenschap.
De hulde, die de heer Mendes aan de directie van het cultureel
centrum "De Beyerd" heeft gebracht, zal hij gaarne doorgeven.
Volgno. 594a.
De heer VAN DER WERFF zegt:
Mijnheer de voorzitter, bijzonder belangrijk acht ik de uitlatingen
van de voorzitter van de grootste fractie bij de algemene beschou
wing over de taak, die het pedagogisch centrum zijns inziens in
het Bredaas onderwijs zou kunnen en zou moeten vervullen. Dat is
mij - ongetwijfeld mij niet alleen - uit het hart gegrepen. Behalve
als organisator van jeugdvoorstellingen en kant en klaar van
elders geëngageerde jeugdtentoonstellingen heeft het centrum naar
mijn smaak tot op heden gefaald. De dure uitgave "dia" acht ik
van een uiterlijke pretentie, die niet door de inhoudelijke presen
tatie ingelost wordt. De platen-uitgave van de Baronie acht ik qua
reproducties van dien aard, dat elk Bredaas bedrijf ze zeker zo,
indien niet beter, had kunnen maken. Waarom dan niet hier
Mijnheer de voorzitter Hoezeer ik de archivaris ook waardeer,
hier had bovendien uitgebreider onderwijsdeskundig advies bij in
gewonnen moeten worden. Het vertrouwen, dat door de term "in
opdracht van het pedagogisch centrum" gewekt wordt, acht ik
enigermate beschamend.
Ik ben dan ook verheugd door het antwoord van de wethouder aan
de heer Broeders terzake van dit punt van diens algemene be
schouwing. Ik meen niet hier iets te miszeggen als ik stel, dat
hun woerden de visie van de gehele onderwijscommissie hierom-