14 DECEMBER 1962.
727
halve van het milieu ook in sterke mate af van hoe ze daar buiten
wordt benaderd. Op het uitzonderlijk groot belang van goede hu
welijks- en gezinsverhoudingen wil ik in dit bestek niet verder in
gaan, en me dus bepalen tot de bemoeienissen buiten gezins-
school- en werkverband.
Voor de, in enig verband, georganiseerde jeugd zie ik het grote
belang van jeugdadviesraad, -centrum en onze sportstichting die
t. a.v. coördinatie, het stimuleren van de zelfwerkzaamheid, en
een doelmatige toewijzing van de beschikbaar gestelde gelden en
andere materiële voorzieningen een verantwoordelijke taak ver
vullen of te vervullen krijgen.
Het grootste probleem vormt de ongeorganiseerde jeugd en hier
zie ik het grote belang van een stedelijk jeugdcentrum, dat, wil het
goed functioneren, aan zijn bestaan een dergelijke bekendheid
moet geven dat het als een magneet werkt op jong en oud die t. a. v.
jeugdwerk iets willen ondernemen.
Een dynamisch leider met een ruime blik en een warm hart zal
hier dagelijks de teugels in handen moeten hebben.
Het probleem der ongeorganiseerde jeugd speelde mee in mijn
algemene beschouwingen, in verband met Wolfslaar als centrum
van vrije zomer- en wintersport. Zwemmen en schaatsen behoren
tot de sportsectoren die buiten georganiseerd verband in ruime
mate beoefend worden.
Hiervoor signaleerde ik reeds bepaalde alarmerende verschijn
selen, ik bedoel de brutale wijze waarop door jongeren aanran
dingen worden gepleegd en het onrustbarende verschijnsel van de
toename en de jeugdiger leeftijd van ongehuwde moeders. In onze
verantwoordelijkheid zouden we tekort schieten, wanneer we dit
slechts voor kennisgeving zouden aannemen.
In deze trieste gevallen ontbreekt het de jeugd vaak aan de zo
noodzakelijke voorlichting doordat de ouders hun primaire ver
antwoordelijkheid niet op brengen. Ondanks het belangrijk voor
lichtend werk op dit gebied, in kerkelijk en buiten kerkelijk ver
band, blijkt helaas dat vele jongeren niet worden bereikt.
Natuurlijk kunt U stellen dat Uw college hier geen taak heeft, toch
zou ik U willen verzoeken eens te onderzoeken of door een samen
spraak een positief resultaat te bereiken ware.
Wat de concrete voorstellen betreft zou ik wellicht op onder
delen enige kritiek kunnen uiten. Ik zou echter zeggen laat ons
maar van start gaan, bij tussenstanden bestaat immers de moge
lijkheid eventuele onbillijkheden of schoonheidsfouten nog eens
te bezien.
volgno. 600
De heer RATTINK zegt:
Mijnheer de voorzitter, het valt op dat deze subsidieregeling is
aangekondigd als "nota" en zonder enig commentaar is doorge
geven aan de raad.
Uitgegaan kon worden van "wie zwijgt stemt toe".
Als bij vele andere activiteiten zal ook hier bij de sport de ge
meente steun moeten verlenen. Zonder overheidssubsidie geen