14 DECEMBER 1962. 729 te spreken voor deze jeugdnota. Het is een degelijk stuk werk en geeft ons een goed inzicht. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Waarschijnlijk is het niet DE maar wel EEN waarheid. Ik zou het zo willen zien dat het belangrijk is hoe de jeugd op groeit voor de jeugd ZELF, maar ook voor onze maatschappij. Ledigheid is des duivels oorkussen. Het is dan ook zeker gewenst en noodzakelijk, dat de over heid aandacht, de nodige aandacht aan de jeugd besteedt. En zoals hier, in deze zin, dat door gemeentelijke subsidie jeugd werk wordt mogelijk gemaakt. Op het terrein van het jeugdwerk is het zeker zeer wel aanvaardbaar dat in eerste instantie de akti- viteiten uit particulier initiatief dienen te komen. De overheid is min of meer lijdelijk, maakt financieel het werk mogelijk en dat werkzaldoor de jeugdverenigingen moeten worden gedaan. Naar men redelijker-wijs mag verlangen in behoorlijke omvang en van goede kwaliteit. De gemeente zal wel van de werkzaamheden regelmatig dienen te worden onderricht. In het ontwerp is hieraan aandacht besteed. Dit is ook logisch. Hier is een grote mate van vrijheid gelaten. De gemeente dient opzijn minst de ontplooide aktiviteit te ken nen. In deze nieuwe regeling wordt een stedelijk jeugdcentrum ge ïntroduceerd. Zulk een instantie was en is er tot heden niet. Het komt mij voor, dat zo'n centrum belangrijk werk zal kunnen verrichten voor de jeugd in algemene zin. Artikel 1 onder b. geeft hiertoe wel de gelegenheid. Centrale bespreking van het gehele complex van jeugdaktiviteiten en de daarmede samenhangende problemen. Het centrum is naar mijn mening algemeen bedoeld. Nu schijnt het niet de bedoeling dit centrum van gemeentewege op te richten. Maar tussen zelf oprichten en stimuleren is een groot verschil. Stimulering van gemeente-zijde zou ik hier toch wel willen vragen. Ik heb het idee dat het jeugdwerk niet vol doende van de grond is gekomen. Dat is wel jammer. Juist een jeugdcentrum zou hier beïnvloedend kunnen werken. Ten voordele van het gehele jeugdwerk. Samenstelling door vogels van diverse pluimage het is zeer te waarderen en moet mogelijk zijn. Mijnheer de voorzitter, ik kom op een ander aspect. Ook de sport kent jeugdsubsidie. Het kan niet de bedoeling zijn voor één en hetzelfde geval 2x te subsidiëren. Stel een sportvereniging welke 's-zomers geen sportaktiviteit bedrijft gaat met haar jeugdleden kamperen.Naar mijn gevoel zal in deze de Sportstichting de in stantie moeten zijn welke subsidieert. Zij heeft daartoe ook de mogelijkheid geschapen. De Sportstichting kent n.l. subsidie voor aktiviteiten met een bepaald incidenteel doel. Jeugdwerk is toch ergens ook een vorm van jeugdwerk. Zowel jeugdwerk als sportzorgen voor een nuttige vrijetijdsbesteding. Ook de sport kan tot karaktervorming komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 729