730
14 DECEMBER 1962.
Hoe zal het gaan als sportverenigingen meerdere activiteiten gaan
entameren, welke op het terrein van het jeugdwerk liggen.
Nu behoeven we geen angst te hebben voor geschillen. Deze wor
den wel opgelost en mogelijk groeit er nog wel iets goeds uit.
Mijnheer de voorzitter, mijn fractie meent dat deze onder
havige subsidieregeling een hefboom kan zijn om het jeugdwerk
in Breda van de grond te krijgen en omvangen kwaliteit te geven.
Dit impliceert dan tevens dat wij gaarne bereid zijn onze stem
aan dit voorstel te geven.
De heer NIEUWLAAT zegt:
Mijnheer de voorzitter, de jeugdnota heeft bij onze fractie in
stemming en waardering. De nota is belangrijk voor een juiste
koersbepaling t. a. v. het jeugdwerk. Het is immers zo dat het
jeugdwerk steeds meer een wezenlijk deel gaat uitmaken van het
maatschappelijk leven, waarbij inderdaad wel een juiste plaats
bepaling moet worden gegeven aan het jeugdwerk en de over
heid.
De nota geeft een duidelijke verhandeling over de structuur en
opzet van het jeugdwerk in de stad Breda.de problematiek rond
om de huisvesting, de beroepskrachten in het jeugdwerk.de ver
houding jeugd en overheid.
Aan de typering - het verschil tussen methodisch jeugdwerk en open
jeugdwerk - is misschien geen voldoende omschrijving gegeven,
omdat in vele gevallen het methodisch jeugdwerk eveneens aan
open jeugdwerk doet. In zijn geheel doet dit echter aan de nota
niets af.
Ook de JEUGDSUBSIDIEREGELING heeft bij onze fractie de
instemming. Bij herhaling is door de KVP-fractie gepleit voor
een genormeerde subsidieregeling voor het jeugdwerk, bij de
vorige begrotingsbehandeling nog door een initiatiefvoorstel van
de KVP-fractie. In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat in
deze subsidieregeling heel veel is terug te vinden van de gedach
ten die neergelegd zijn in het initiatiefvoorstel van de K.V.P.
Die gedachten hadden voornamelijk betrekking op de grondslag
en berekening van het subsidie op de exploitatiekosten en het
instellen van een jeugdadviesraad.
Praktisch is deze gedachtengang gevolgd met betrekking tot de
subsidiëring in de kosten van de stedelijke jeugdleiding, huis
vesting en leidersvorming. De instelling van de jeugdadviesraad
en het vaststellen van een reglement voor deze raad is in zijn ge
heel overgenomen.
De subsidiëring van de verenigings- en groepsactiviteiten is niet
op exploitatiebasis gebaseerd. Wij kunnen er inkomen dat hier
praktische moeilijkheden een rol spelen, met name administra
tief en het daaraan verbonden omslachtige controlewerk.
Met genoegen is geconstateerd dat het open jeugdwerk de kans
wordt geboden om van de subsidieregeling gebruik te maken.
Voorzichtigheid is hier wel geboden omdat het open jeugdwerk
een dynamische ontwikkeling doormaakt. Het is in de praktijk
dikwijls zo een vallen en opstaan met betrekking tot de activi
teiten van dit open jeugdwerk. Het is derhalve zeer juist gezien