18 JANUARI 1962
Tegenwoordig: Mevrouw TH. M. M. DE BONTE-DE MUNNIK,
mevr. M. W. B. A. VAN MIERLO-MUTSAERS, en de heren A. C.
BASTIAANSEN, mr. K. A. M. BASTIAENSEN, H. BIEMANS,
W. C. A. M. VAN BOXTEL, H. BROEDERS, J. M. VAN BIJNEN,
G. CAMPHENS, P. J. VAN CAULIL, H. J. C. COSIJN, mr. B. W.
M. DRION, C. A. VAN DUIJL, C. VAN DEN EEDEN, N. W. C.
VAN GISBERGEN, J. J. J. HILTE, K. VAN HOUTEN, G. F. HULS
KRAMER, D. J. A. KRAMERS, A. KROON, J. M. LOUS, F. J. MEL-
ZER, A. MENDES, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL,
P. F. C. NIEUWLAAT, J. H. M. QUADEKKER, A. J. A. RATTINK,
D. J. RENOOIJ, A. SPANJER, H. F. W. STOKKERMANS.
J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN, drs. P. VIS, F. VAN
WERKHOOVEN, W. VAN DER ZWAN, drs. N. H. ZIJTREGTOP.
Afwezig: de heer F. P. v. d. NOORT.
Voorzitter: de heer mr. dr. R. M. A. A. GEULJANS.
Secretaris: de heer mr. PH. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 10 van het reglement van orde
voor de vergaderingen van de gemeenteraad.
Hierna wordt overgegaan tot de beantwoording van de algemene
beschouwingen van de fractie-voorzitters i.z. de begroting voor het
dienstjaar 1962.
De VOORZITTER zegt de fractie-voorzitters erkentelijk te zijn voor
de zakelijke wijze, waarop zij hun vragen hebben gesteld en kritiek hebben
geuit, temeer omdat daaruit blijkt de wil van de raad om constructief
werk te leveren.
Hij vervolgt dat wethouder Meijs de beantwoording van de gestelde
vragen over de investeringsnota voor zijn rekening zal nemen, doch dat
hijzelf daaruit een speciaal onderwerp wil behandelen, n.l. de vraag wat
prioriteit moet hebben de bouw van een nieuw stadhuis ofwel de bouw
van een schouwburg.
Spreker noemt tal van redenen, buiten die van de akoestiek van de
raadzaal, waarover de laatste jaren nogal eens werd gesproken, op grond
waarvan aan de bouw van een nieuw stadhuis voorrang verleend moet
worden.
Spreker somt de bedragen op, die vanaf 1950 tot en met 1960 aan
verbouwing en uitbreiding van het stadhuis zijn besteed tot een totaal
ad 638.086,32. Deze verbouwingen hebben geen wezenlijke verbetering
gebracht in de aanwezige werkruimte voor het personeel en evenmin