18 JANUARI 1962 81 hier de ene vestiging na de andere verrees, dan lag de zaak gemakkelijker. In verschillende gevallen echter lijkt het andersom te liggen. Men blijft weg, omdat men bang is van de pendel. Voor wat de classificatie van de gemeente betreft deelde de voorzitter mede samen met wethouder Van Boxtel een gesprek te hebben gehad met het ex-Bredase gemeenteraadslid de heer Toxopeus, aan wie ten deze niet veel behoefde te worden verteld, omdat hij volledig van dat probleem op de hoogte is. Een nieuw facet in deze aangelegenheid was, dat Breda inmiddels universiteitsstad is geworden. Aan de voorzitter is geen universiteitsstad bekend, die niet le klasse is. Wellicht kan hierin het druppeltje gevonden worden, dat de emmer ten gunste van de stad Breda doet overlopen. De minister heeft dit in ieder geval ijverig geno teerd en hij heeft beloofd zijn best te zullen doen. Vervolgens heeft de heer Quadekker gevraagd iets meer over de geschiedenis rond de K.M.A. te mogen vernemen dan hij uit de courant reeds heeft vernomen. De voorzitter antwoordt, dat er diverse contacten zijn geweest tussen het college en de militaire autoriteiten, welke tot resultaat hebben gehad, dat er een cadetten- en officiershotel zal worden gebouwd met alle verdere outillage, die daarbij hoort. De wens van de genie is geweest om dit hotel zo dicht mogelijk bij het kasteel te bouwen, doch het college heeft er op gestaan geen gedeelte van het Valkenberg hiervoor beschik baar te stellen, zulks om herhaling van het verleden te voorkomen. Wel heeft het college er in toegestemd, aldus spreker, een dergelijk gebouw vlak naast het Valkenberg te laten oprichten, zodat het park zelf onaan getast zal blijven. Er was ook nog even gedacht om het officiershotel te bouwen op de plaats, waar nu het militair tehuis staat, om zodoende dat hotel een waardevolle rol te laten spelen in het te stichten civic-centre. Dit plan pakte echter te duur uit, zodat de genie er niet op in wilde gaan. Nu is er een voorstel om te bouwen naast het militair tehuis op de plaats waar de vroegere gebouwen van de dienst van beplantingen staan. Men denkt aan een gebouw van 10 etages, dat stedebouwkundig goed in de omgeving zal passen. Spreker zegt, dat het college zoveel mogelijk tracht door ruiling zaken met het rijk te doen; hij denkt hier bijv. aan de grond, nodig voor de verbreding van de Vier windenstraat. De plannen zijn nu zo ver, dat men spoedig tot stichting van een officiershotel denkt te komen. Vervolgens, zegt de voorzitter, zijn er vragen gesteld omtrent de WEB. Dit nieuwe instituut is nog jonger dan de BRIM. Door dit instituut wordt niet gemeentelijk maar bovengemeentelijk gedacht. Er zijn 25 kleinere en 5 grotere gemeenten bij aangesloten. Men moet dit instituut zien als een service-apparaat voor de grote gemeenten, aldus de voorzitter. In dat geval gaat de WEB een goede toekomst tegemoet. Jammer is het, dat de enthousiaste heer Alberts het voorzitterschap om gezondheidsredenen heeft moeten neerleggen, doch zijn werk zal voortgezet worden. De WEB heeft reeds een rapport omtrent de bouwcapaciteit het dag licht doen zien. Met dit raport, dat ook bij de overheid een goede ontvangst heeft gehad, kan men op stap gaan. Men kan er de instanties in Den Haag mee gaan bewerken. Zonder de WEB zou dit rapport niet tot stand zijn gekomen. Voor wat het zgn. „groenplan" betreft zegt de voorzitter, dat er door de desbetreffende commissie een harmonieus plan gezocht dient te worden. Na veel touwtrekken zal ook dit plan spoedig ter tafel komen. Ten aanzien van de mededelingen van de heer Vis i.z. de nakeuring van films zegt de voorzitter, dat hij daarop vorig jaar uitvoerig is ingegaan, zodat hij nu niet in herhaling behoeft te treden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 81