18 JANUARI 1962 89 orzien in 1971 minder zullen zijn toegenomen, dan werd becijferd, naarmate de tijd verder voortschrijdt zal dit in versterkte mate het geval zijn. Hier olume dient zich een nieuw cumulatief effect aan, doch thans één, dat in neer- n blij- waartse richting werkt. Deze werking is zodanig, dat uitgaande van pro- een jaarlijks gelijkblijvend investeringsvolume na 30 jaren het jaar- malen hjks vrijvallende bedrag aan vaste lasten gelijk zal zijn aan het bedrag, ver- dat nodig is ter dekking van de vaste lasten van de investeringen in uentie het 31ste jaar. en De vraag of bij het vaststellen van de te investeren bedragen wel veste- voldoende rekening is gehouden met de waardevermindering van het geld inves- c.q. de stijging van de kosten wordt door de wethouder in negatieve thans zin beantwoord. Het college heeft gemeend, deze ongewisse factor buiten arheid de calculatie te moeten houden en zulks niet louter uit hoofde van voor- die ongewisheid. naar Een vanzelfsprekendheid is de geldontwaarding niet. Hiertoe behoeft slechts gewezen te worden op de recente revaluatie van de gulden ier bij met 5 Daarnaast is de verwachting redelijk, dat, bij een eventuele juist waardedaling van het geld en de daarmede gepaard gaande kostenstijging, it be- ook de inkomsten zullen stijgen. i70 in Immers bij het streven tot handhaving betoogt spreker beter nog n het verbetering van het reële inkomen mag worden gesteld, dat een even- an de tuele geldontwaardering tot uitdrukking wordt gebracht in de lonen en toch inkomens. Via de belastingen op de inkomens en als gevolg van het pro- ■aarbij gressieve tarief dezer belastingen, zullen de opbrengsten meer dan even totaal redig stijgen. Het procentuele aandeel der gemeenten in ondermeer deze erken. belastingen waarborgt een redelijke stijging van de inkomsten. Vervolgens gaat spreker nog in op enkele detailpunten. •t een De heer Vis heeft onder meer gevraagd naar de opgenomen post in pro- 1966 voor het gebouw Justinus van Nassau en het antwoord op het cen traal rapport met betrekking tot de aanvang van de restauratiewerken. >rking Dit; laatste heeft betrekking op de eerste fase van de restauratie, waar asten- voor reeds een krediet is verleend (is opgenomen in de „pipe-line"). De jrmijn post voor 1966 betreft een 2e fase van de restauratie, nvang Dat in de eerste jaren voor de post wegen een belangrijk hoger bedrag grote is opgenomen dan in volgende jaren, houdt volgens de wethouder ver ermijn band met het vooral in de eerste jaren op stapel staan van enkele grote projecten (te denken is aan de Noordelijke invalsweg en de Zuidelijke inves- rondweg), die het college hoopt te doen realiseren in die eerste jaren. De onderscheiding in plan B en plan C is daarin gelegen, dat voor de effect projecten onder B zeker de volle rente en afschrijvingslast op de ge- aan- meente zullen blijven drukken, terwijl voor de projecten in plan C ove- (Wolfslaar en de Beyerd) aangenomen kan worden, dat een deel van aan- de kapitaalslasten nog kan worden opgenomen in de exploitatie. Het niet opnemen van het instructiebad bij het Sportfondsenbad in ieuwe het investeringsplan komt, omdat het een investering van derden betreft, :n ad waarbij eventuele financiële consequenties terecht komen in de sector overige uitgaven (door stijging van de post schoolzwemgelden, eventueel et de subsidie in exploitatietekort e.d.). iobaal Hetzelfde geldt voor de nieuwbouw van de muziekschool. In de be- rlijkse groting 1962 is met hogere subsidiëring in de kosten van huisvesting m de reeds rekening gehouden. '00.— De heer Van Houten heeft zich afgevraagd, of voldoende dekking aanwezig zal zijn voor de exploitatielasten van een nieuwe schouwburg ener- en gemeentehuis. jaar. Wat de schouwburg betreft meent de wethouder te kunnen stellen, dat reesd. het ramen van ruimte voor rente en afschrijving voldoende moet zijn lasten en dat de overige lasten in de exploitatie moeten worden opgenomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 89