18 JANUARI 1962
93
vele werk, dat het in het afgelopen jaar gepresteerd heeft. De heer Qua-
dekker heeft 1961 het jaar van de nota's genoemd. Hieraan is door het
personeel op pittige en prettige wijze gewerkt.
Door de heer Van Bijnen, aldus wethouder Van Boxtel, werd de salaris-
post aangeroerd. Dit komt weinig voor bij begrotingsbehandelingen, om
dat het personeelsbeleid zich gedeeltelijk achter de coulissen voltrekt. De
resultante van het personeelsbeleid mag geen inzet zijn inzake de finan
ciële verhoudingen.
Het bedrijfsleven werkt naar nieuwe normen toe en de gemeente mag
daarbij niet achterblijven. Als voorbeeld mag genoemd worden de in
voering van de vijfdaagse werkweek, welke niet ongemerkt aan het ge-
meentepersoneel is voorbijgegaan.
De personeelspost op de begroting moet blijvende aandacht van het
gemeentebestuur hebben zowel kwalitatief als kwantitatief.
De mechanisatie heeft de aandacht van het college, maar in de admi
nistratieve sector is de besparing, die hiermede bereikt kan worden,
zeer betrekkelijk.
De wethouder zegt, dat hij er behoefte aan heeft melding te maken
van de uitstekende verhoudingen in het georganiseerd overleg. In dit
college wordt op vruchtbare en prettige wijze onderhandeld.
Spreker vervolgt met de mededeling, dat ook de gemeente-klassificatie
weer eens ten tonele gevoerd is. Niemand, zo zegt hij, zal zich daarover
verbazen. Een nieuw aspect op dit terrein is, dat Breda universiteitsstad
is geworden. De centrale verzorgingsfunctie van de gemeente zal bij
het streven om een hogere klassificatie te bereiken, op de voorgrond
moeten blijven staan.
De vestiging van overheidsdiensten in de stad kan ten deze alleen
maar gunstig werken. Spreker hoopt, dat de minister nog steeds lezer
is van de Bredase pers zulks om deze zaak in het geheugen te houden.
Hij spreekt tevens met de voorzitter de hoop uit, dat Breda op dit
terrein geen achtste lustrum zal beleven en dat de gemeente-klassificatie
geen folkloristisch verschijnsel zal worden bij de begrotingsbehandeling.
Ook het bedrijfsleven zou ten deze een zekere druk moeten uitoefenen,
zowel van werkgevers- als van werknemerszijde. Zeer tot zijn spijt zegt
hij, geconstateerd te hebben, dat juist vanuit die hoek van het bedrijfs
leven geen of weinig druk wordt uitgeoefend.
Vervolgens zegt spreker, is door diverse sprekers het woningbouw- en
huisvestigingsbeleid ter sprake gebracht. De heer Vis heeft hierbij het
kabinetsbeleid ten tonele gevoerd.
De wethouder gelooft hem niet te kunnen volgen voorzover hij de
moeilijkheden heeft trachten te verplaatsen naar het landelijk niveau. De
gemeente behoort zich volgens hem met gemeentelijke problemen bezig te
houden.
Erkentelijk is spreker voor de dank, die de heer Minderhoud aan het
adres van het bureau huisvesting heeft uitgesproken. Hij acht deze dank
op zijn plaats en hij zal deze gaarne overbrengen. De erkentelijkheid, door
de heer Minderhoud uitgesproken, wordt wellicht nog wat nadrukkelijker
geaccentueerd, wanneer men bedenkt hoe de numerieke bezetting van het
huisvestingsbureau in Breda gunstig afsteekt tegen die in grotere en ver
gelijkbare gemeenten.
De wethouder meent, dat er op dit punt te Breda een efficiënt beleid
gevoerd wordt. Van ambtelijke zijde wordt er een groot begrip getoond
voor de moeilijkheden van de bezoekers.
De uitzichten op het gebied van huisvestingsmogelijkheden zijn voor
1962 niet rooskleurig. Hij gevoelt er geen behoefte aan deze gevoelige
zaak op irreële wijze te benaderen. Allerlei belangengroepen trekken aan
de bel voor medewerking op het gebied van huisvesting zoals de sector-