13 MAART 1963.
104
7. OVERNAME VAN BEHEER EN ONDERHOUD VAN EEN AANTAL
BINNEN DE GEMEENTE GELEGEN GEDEELTEN VAN RIJKSWEGEN.
8. VERZOEK R. K. KERKBESTUUR VAN DE PAROCHIE VAN DE H.
MARTINUS OM MEDEWERKING EX ARTIKEL 50 KLEUTERONDER -
WUSWET VOOR DE STICHTING VAN EEN SCHOOLGEBOUW IN
VOORMALIG PRINCENHAGE.
9. HET VERLENEN VAN EEN VOORSCHOT OP DE EXTRA-VERGOE
DING EX ARTIKEL 73, 3e LID, KLEUTERONDERWIJSWET OVER
HET TIJDVAK 1956 - 1960.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
10. VASTSTELLING REGELING TOELATING KINDEREN UIT RUS-
BERGEN OP DE OPENBARE LAGERE SCHOLEN TE BREDA.
De heer RATTINK deelt mede, dat hij graag een nadere toelich
ting op dit voorstel heeft. Hij heeft begrepen dat Rijsbergen vrijge
steld is van de verplichting tot het hebben van een openbare school,
omdat er geen verzoek was van ouders van minstens 12 leerlingen om
een openbare school te stichten. Hij heeft vernomen, dat een der
gelijk verzoek thans wel gedaan is en in verband daarmede wil hij
graag weten hoe een en ander in elkaar zit.
Wethouder BASTIAENSEN antwoordt, dat er in Rijsbergen inder
daad een verzoek ingediend is voor de oprichting van een openbare
lagere school. Bij het door de inspectie van lager onderwijs ingesteld
onderzoek bleek echter, dat er geen 13, zoals in het verzoek stond,
doch slechts 11 leerlingen waren. Het verzoek is toen om formele
redenen afgewezen.
Dit was echter voor het gemeentebestuur van Rijsbereen toch aan
leiding om dieper op deze zaak in te gaan en om een regeling te tref
fen, dat leerlingen uit die gemeente te Breda de openbare school
zouden kunnen bezoeken.
Burgemeester en wethouders van Breda achten geen termen aanwe
zig om niet op het verzoek van het gemeentebestuur van Rijsbergen
in te gaan. Te Breda is voldoende ruimte op de openbare scholen.
De heer RATTINK heeft er nota van genomen, dat er thans te
Rijsbergen 11 leerlingen zijn die de openbare school zouden kunnen
bezoeken. Het blijft hem toch wel bevreemden, dat Rijsbergen eerst
thans een regeling met Breda wil treffen. Hij heeft het idee, dat
Prinsenbeek en Teteringen los van enig feit met Breda een dergelijke
regeling hebben tot stand gebracht.
Wethouder BASTIAENSEN antwoordt, dat er tot voor enige tijd
een openbare school te Zundert was. Een jaar of zes of zeven gele
den is deze echter wegens gebrek aan belangstelling opgeheven.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel besloten.