119 13 MAART 1963. wethouder in het bijzonder veel succes om zoveel mogelijk te halen uit de mogelijkheden die momenteel geboden worden. De heer KROON zegt in tweede instantie dat hij de wethouder dankbaar is voor de uitvoerige behandeling. Met de heer Vis is hij het eens, dat het jammer is, dat dit stuk niet tevoren bekeken is kunnen worden. De bepaling inzake de verdeling van de overwinst zou hij toch wel graag in het contract opgenomen zien en hij dankt de wethouder dat hij dat in ieder geval wil overwegen. De heer TER BERG zegt dat, nu de bezwaren naar voren gekomen zijn het goed- is ook eens een ander geluid te laten horen. Er zal waarschijnlijk besloten worden om de volgende stappen te doen voor de uitvoering van dit continu-project. De uitvoering van plannen als deze berust altijd op een studie inzake de ontwikkeling in de laatste jaren. Het aantrekkelijke van continu-projecten vindt hij, is vooral gelegen in de mogelijkheid om een heel stadsdeel tegelijk tot een aantrekkelijk geheel te maken. Dit plan heeft betrekking op een gedeelte van de Hoge Vucht. Hier liggen mogelijkheden voor een architect om hier stedebouwkundig architectonisch iets van temaken, zodat het werkelijk een aanwinst zal betekenen. Het is hem wel opgevallen, dat men direct teruggegrepen heeft op het plan Blauwe Kei. Hij wil niets ten nadele van de Blauwe Kei-woning zeggen, want deze heeft al jaren bewezen een pracht woninkje te zijn. Hij gelooft echter dat men meer rekening moet houden met hetgeen de laatste jaren op het gebied van de woningbouw in studie is. Hij zou naar voren willen brengen, dat getracht moet worden te bevorderen, dat er een progressief plan wordt gemaakt, waarbij eventueel het Blauwe Kei-type op de tweede plaats zal komen. Hij wenst het col lege graag veel succes met dit plan. De heer QUADEKKER zegt dat als hij de behandeling in de afde ling goed begrepen heeft men dit plan aangegrepen heeft omdat er 254 woningen in de vrije sector aan vast zitten en dat de overwinst op deze woningen zal terugvloeien naar Zeebregts en niet naar de pot van de gemeente. Als deze mening juist is hoort hij het graag van de wethouder. Wethouder VERMEULEN antwoordt in tweede instantie, dat hij er blij om is, dat de hierover gevoerde discussie er waarschijnlijk wel toe zal leiden, dat een eenstemmig besluit genomen zal worden. Hij gelooft niet dat er verschil van mening bestaat tussen de heren Broeders en Vis voor wat betreft het vertrouwen in het college. Hij heeft begrepen, dat de heer Broeders bereid is met dit voorstel akkoord te gaan. Aan de heer Koertshuis kan hij nogmaals medede len, dat het college doende is, al meerdere malen geprobeerd heeft en steeds zal blijven proberen om ook voor de eigen-bouwers op lan delijk niveau begrip te krijgen in die zin, dat het mogelijk zal wor den ook daar een bepaalde continuïteit in het bouwen te bereiken. Zowel de heer Vis als de heer Kroon hebben opgemerkt, dat het moei lijk iszo'n zaak in de afdeling te behandelen, zonder dat tevoren een stuk ter visie heeft gelegen. Spreker meent dat zij daarover in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 119