13 MAART 1963.
122
gemaakt is met een tweede vuilnisbelt. Hij vraagt of het aanwezige
vuilnis opgeruimd kan worden en of dan meteen ook de rommel bij
de hekken langs het militaire terrein opgeruimd kan worden, alsook
in het verlengde van de Sluissingel.
De heer VAN DEN EEDEN sluit zich aan bij hetgeen de heer Van
DerWerff met betrekking tot de huisvuilophaaldienst gezegd heeft en
hij wijst er op, dat het in de advertentie gestelde bij de huisvrouwen
moeilijkheden oplevert. Zelfs de ophalers van het huisvuil zijn het
met deze maatregel niet eens. Het zou kunnen voorkomen, dat een
jonge huismoeder, die een pakje aan de ophaaldienst heeft mee te
geven, dit zo hals over kop moet doen, dat ze in plaats van het pakje
de baby meegeeft. Dergelijke situaties geven uiteraard aanleiding
tot moeilijkheden. Hij vraagt dan ook de regeling soepel te willen
doen toepassen.
De heer VAN GASTEL zegt, dat in de gastarieven-nota, zijnde
een voorstel aan de raad van 7 maart 1962 aan het slot werd gesteld:
"Op korte termijn kunt Ueen voorstel verwachten tot vaststelling van
een geheel nieuwe leveringsverordening voor gas, waarin de nieuwe
tarieven zullen worden opgenomen. De bestaande verordeningen op
dit terrein zijn geheel verouderd".
Tot heden werd deze toezegging niet gerealiseerd, hetgeen tot ge
volg heeft, dat bedoelde verordening ontbreekt in de verzameling
van gemeentebladen, welke aan de raadsleden ter beschikking is ge
steld.
Hij zal het op prijs stellen als het college kan bevorderen, dat
zo spoedig mogelijk een bijgewerkte gastarievenverordening aan de
verzameling wordt toegevoegd.
De heer VAN GASTEL vestigt de aandacht van het college op het
open terrein aan de Amstelstraat, dat momenteel meer gelijk op
een vuilnisstortplaats dan op een onbebouwd terrein. Hij vreest dat
hierin gevaren schuilen voor de volksgezondheid en dat bij zonnig
weer een hinderlijke situatie kan ontstaan voor de omwonenden. Hij
zal het op prijs stellen als maatregelen kunnen worden genomen.
De heer BARY zegt uit de pers de indruk te hebben gekregen, dat
een zekere heer Ilmer van zins is in Breda een grote onderneming te
vestigen. Hij vraagt of er ten deze onderhandelingen gevoerd zijn en
zo ja in welk stadium die nu verkeren.
De heer LOUS vraagt of reeds nadere mededelingen gedaan kun
nen worden omtrent de plaats van het trafohuis aan het Pastoor Pot-
tersplein.
De heer KOERTSHUIS zegt, dat de raadsstukken in verschillende
porties aan de leden worden toegezonden. Dit geeft moeilijkheden
bij de bestudering der stukken. Hij vraagt de stukken in den vervolge
iets eerder te willen toezenden en de stukken steeds tijdig ter visie
te leggen.