17 APRIL 1963.
VRAAG.
De heer VAN GASTEL wil de aandacht van Uw college vestigen
op het open terrein aan de Amstelstraat, dat momenteel meer ge
lijkt op een vuilnisstortplaats dan op een onbebouwd terrein. Hij
vreest dat hierin gevaren schuilen voor de volksgezondheid en dat
bij zonnig weer een hinderlijke situatie zal ontstaan voor de om
wonenden. Zal het op prijs stellen als maatregelen kunnen worden
genomen.
ANTWOORD.
Het vervoerbedrijf heeft het open terrein aan de Amstelstraat
van het daarop gestorte vuilnis en ander afval gezuiverd.
De politie zal ter plaatse verscherpt toezicht uitoefenen.
VRAAG.
De heer BARY zegt uit de pers de indruk te hebben gekregen,
dat een zekere heer Ilmer van zins is in Breda een grootse onder
neming te vestigen. Hij vraagt of er ten deze onderhandelingen
gevoerd zijn en zo ja in welk stadium die nu verkeren.
ANTWOORD.
De onderhandelingen zijn nog niet afgesloten en in verband
daarmede kunnen wij nog geen nadere mededelingen doen.
VRAAG.
De heer KOERTSHUIS zegt, dat de raadsstukken in verschil
lende porties aan de leden wordt toegezonden. Dit geeft moei
lijkheden bij de bestudering der stukken. Hij vraagt de stukken
in den vervolge iets eerder te willen toezenden en de stukken
steeds tijdig ter visie te leggen.
ANTWOORD.
De stukken, welke voor de raad ter visie moeten liggen zijn
zoveel mogelijk compleet vanaf vrijdag 10 uur; getracht wordt
de stukken compleet te houden, doch de vergaderingen van de
afdeling uit de raad verhinderen dit dikwijls omdat de stukken
daar nodig zijn. Dagelijks bestaat er gelegenheid tot 22 uur ken
nis te nemen van de ter inzage liggende stukken. Dit geldt voor
zaterdag tot 18 uur en voor zondag van 14 - 18 uur.
VRAAG.
De heer LOUS vraagt of reeds nadere mededelingen gedaan
kunnen worden omtrent de plaats van het trafohuis aan het
Pastoor Pottersplein.