133
17 APRIL 1963.
ANTWOORD.
Over de aankoop van een geschikt stuk grond voor dit transfor
matorstation wordt nog onderhandeld. De raad zal dienaangaande
zo spoedig mogelijk worden ingelicht.
4. TOELATING J. MARIJNISSEN ALS LID VAN DE RAAD.
De heer RATTINK deelt namens de commissie van onderzoek
inzake de geloofsbrieven mede dat de geloofsbrieven van de heer
Marijnissen in orde zijn bevonden. De commissie adviseert der
halve de heer Marijnissen als lid van de raad toe te laten.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
5. WIJZIGING VERORDENING STRAAT- EN RIOOLBELASTING.
De heer VERSCHUREN dankt burgemeester en wethouders en
al degenen, die in deze hebben medegewerkt, voor de nu voor
gestelde regeling. De lasten zullen nu beter verdeeld zijn.
De heer BARY heeft uit de toelichting op het voorstel begre
pen dat het in de bedoeling ligt dat een straatbelasting wordt ge
heven voor alle ongebouwde eigendommen in de gemeente. Spre
ker meent dat deze bedoeling in de tekst van de verordening niet
geheel tot zijn recht komt. In artikel lb staat nl.dat er een
straatbelasting wordt geheven wegens ongebouwde eigendommen,
die aan openbare straten of wegen van de gemeente belenden of
daarop uitgang hebben. Spreker vraagt waarom deze beperking
is aangebracht en of het niet juister zou zijn om zonder meer te
stellen dat er een belasting wordt geheven op alle ongebouwde
eigendommen in de gemeente zonder meer.
Spreker meent overigens dat de verordening wel juist is geredi
geerd omdat er nu ten enenmale geen percelen zijn, die geen
verbinding hebben met de openbare weg.
De heer QUADEKKER is van mening dat het onderhavige agen
dapunt niet kan worden aangenomen als volgno. 37 van de agenda
niet wordt aangenomen. Het een hangt van het ander af.
Wethouder MEUS had aanvankelijk ook de mening dat het wij
zigingsartikel tamelijk eng geredigeerd was, maar bij nadere in
formatie is hem gebleken dat deze tekst berust op de gemeente
wet. Deze aanwijzing heeft men nu eenmaal te accepteren. In
tussen is het toch wel zo dat ook met de tekst van het artikel ieder
perceel onder de belasting valt omdat wel is aan te nemen dat
ieder perceel een uitweg op de openbare weg heeft.
De heer BARY dacht dat het toch wel denkbaar is dat er per
celen zijn, die uitweg hebben op een weg, die niet aan de ge
meente toebehoort.