17 APRIL 1963.
138
te verklaren. Dienaangaande zal spreker gaarne nader ingelicht wor
den.
De heer KRAMER deelt mede dat zijn fractie met het voorstel van
burgemeester en wethouders akkoord gaat. Sprekers fractie kan er vre
de mede hebben dat historische waarden op deze wijze gewaardeerd
worden en intact kunnen blijven. Het gehele voorstel zit eigenlijk tus
sen de regels door vol met veiligheid en beveiliging. Spreker gelooft
ook wel dat het van de straat halen van auto's er in vredestijd toe leidt
dat er wat meer veiligheid komt. De vraag is nog of ook aan de veilig
heid in oorlogstijd is gedacht, met name of er aan gedacht is deze
kelder in oorlogstijd te benutten als schuilplaats.
Wethouder VERMEULEN meent dat het ook van de zijde van burge
meester en wethouders zin kan hebben om nog eens in het openbaar te
getuigen van de waardering die ook bij burgemeester en wethouders
aanwezig is voor die burgers van Breda, die zich bezighouden met het
behoud van het stadsschoon. Er is evenzeer waardering voor hetgeen
de Bond Heemschut op dit gebied presteert. Maar als stadsbestuur
moet men uiteraard dikwijls vele dingen tegen elkaar afwegen. Aan
gezien het hier gaat om een raadsoesluit dat reeds lang geleden werd
genomen, waarbij al de argumenten, waarnaar de Bond Heemschut
thans weer verwijst, tot in hoogste instantie ten opzichte van elkaar
in belangrijkheid zijn afgewogen, gelooft spreker dat deze discussie
in deze vergadering niet opnieuw in zijn volle omvang weer aan de
orde moet worden gesteld. De raad heeft dit trouwens ook niet ge
daan. Het is inderdaad zo, dat het voorstel beoogt om voorzover mo
gelijk ook op deze plaats in de stad het stadsschoon te bewaren. Het
voorstel komt daaraan zover mogelijk tegemoet. De geprojecteerde
weg wordt verzonken aangelegd, waardoor dus aan beide zijden van
de weg gedeelten van de kademuren voor het gezicht bewaard blijven.
De beide ventwegen blijven dus in hun oude toestand aanwezig. Ook
de bomen, voorzover ze gezond zijn, blijven gehandhaafd. De weg
is een logische voortzetting van de Markendaalseweg. Met betrekking
tot de kosten van deze weg zijn vragen gesteld, alsook ten aanzien
van de kosten van het gas-, het water- en het elektriciteitsbedrijf.
Men zou de indruk kunnen hebben, dat de geraamde kosten alleen
maar betrekking hebben op het tracé, waar nu de Haven ligt. Dit is
niet zo, want de kosten hebben betrekking op reconstructie van de
Markendaalseweg vanaf het politiebureau, waar men op het ogen
blik doende is met een gesloten wegdek. Er komt dus vanaf het po
litiebureau tot aan de van Bergenstraat ook een gesloten wegdek
met vier rijbanen. De geraamde kosten hebben ook voor gas, water
en elektriciteit, op dit gehele tracé betrekking. Het parkeerprobleem
is een van de grootste problemen, waarmede ieder stadsbestuur wor
stelt. Burgemeester en wethouders hebben het voornemen om ener
zijds te trachten zoveel mogelijk stadsschoon te bewaren maar aan
de andere kant ook vooral datgene te doen wat nodig is om de city
van Breda inderdaad de functie te laten vervullen, die haar toe
komt, nl. deze binnenstad echt tot een winkelstad te maken, niet
alleen voor Breda, maar zo nodig ook voor een belangrijk grotere