166 22 MEI 1963. hij zich indenken dat het voor de bouwer, die moet financieren, vanzelfsprekend aantrekkelijker is een paar dagwinkels, welke toch niet zo verschrikkelijk groot zijn, te bouwen dan vitrines. Spreker heeft de tekeningen gezien en is blij dat er een oplossing gevonden is, afgezien van het feit dat hij het niet zo gelukkig vindt, dat er winkels komen. Maar omdat de winkels de financiering rendabel moeten maken is het gelukkig dat ze zo zijn opgezet als was ge pland. Ze zijn van alle kanten voorzien van glas en hij gelooft, in tegenstelling met hetgeen in het bezwaarschrift der winkeliers stond dat deze winkels de estetische aanblikvan het plein niet zullen scha den. Vanzelfsprekend zou spreker, evenals de heer Van Gisbergen, meer garantie willen inzake de bestemming. Hij betwijfelt echter of dit mogelijk is wanneer er een nieuwe eigenaar of huurder komt. Persoonlijk is hij niet tegen het voorstel, hij is er echter niet erg gelukkig mee, maar gezien de oplossing die is gevonden gelooft hij toch zijn stem eraan te kunnen geven. De heer VAN GASTEL is helemaal niet gelukkig met het pre advies. Hij ziet liever dat deze twee winkels en vitrines er niet komen. In het voorstel is vermeld, dat bij de ontwerper hierover de gedachte heeft geleefd maar de huurders zijn destijds hiervan niet in kennis gesteld. De mensen die daar hun zaken hebben ge vestigd zijn er dus kennelijk van uitgegaan dat hier niets meer zou komen. Voorts kan hij zich ook niet voorstellen dat de bouwer niet ergens zijn grondkopen doorberekend heeft bij de bestaande percelen; deze zal met de gedachte dat er in de toekomst nog winkels e. d. zouden komen wel geen rekening hebben gehouden. De opbrengst van de nu te gebruiken grond ziet spreker als extra winst. Dat de gemeente het hiermede toch enigszins eens is blijkt uit het voorstel op pagina 2 van het preadvies om de "schadevergoedingsverorde ning gemeente Breda" van toepassing te verklaren. Spreker vraagt zich af wat het, nu hier zo'n prachtige ruimtelijke werking aan wezig is, voor zin heeft om nog twee winkeltjes en twee vitrines erbij te bouwen. Spreker vraagt zich af waarom de gemeente risico zou gaan lopen om straks enige schadeloosstelling te moeten gaan betalen, terwijl daartegenover geen baten worden gesteld. Tevens is gebleken dat de op het Brabantplein gevestigde winkeliers niet ge lukkig zijn met het voorstel. Zij motiveren dit dan wel als zouden zij er concurrentie in zien, hoewel dit slechts ten dele waar is. Al met al ziet spreker toch niet graag de geplande winkels en vitrines hier komen. De heer VIS stelt vast dat het winkelcentrum zoals het in het Brabantpark is ontstaan wel duidelijk een succes is gebleken. Dit winkelcentrum voldoet, vergeleken met winkelcentra in andere ge meenten, in zijn algemeenheid. Eigenlijk is het zo, dat er bij rea lisering van de bouw in detailpunten allerlei mogelijke dingen naar voren zijn gekomen, waaruit bleek dat men zich hier en daar toch een klein beetje heeft vergist. Als een dergelijke vergissing wil

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 166