168 22 MEI 1963. bruiken als friteskraam of als cafetaria. Vervuiling van het mid denterrein wordt zo voorkomen. Wanneer deze suggestie wordt overgenomen,hoewel dit volgens spreker natuurlijk nog nietvol- doende is, dan zit er straks ergens een wapen in om te voorkomen dat er ongewenste zaken zullen worden gevestigd. Wethouder VERMEULEN maakt de sprekers die restricties wilden toepassen ten aanzien van het gebruik der winkels er op attent, dat thans alleen de wijziging van een bestaand uitbreidingsplan aan de orde is. Het is met name zo dat de bestemming van de grond een andere wordt, welke bestemming natuurlijk wel bin nen bepaalde grenzen kan worden omschreven. In het kader van een wijziging van een uitbreidingsplan is het niet te doen gebrui kelijk. Andere wegen b. v. toepassing van de hinderwet, staan hiertoe open. Het vervlechten hiervan met de wijziging van het uitbreidingsplan is niet de bedoeling. Spreker gelooft dat de raad bij zijn overwegingen om op dit voorstel te besluiten, duidelijk moet maken of deze wijziging van het uitbreidingsplan daar ter plaatse een versterking of verzwakking van het winkelcentrum betekent. Hij verschilt met de reclamanten zeer beslist van me ning dat het daar brengen van de winkels en vitrines het winkel centrum in zijn totaliteit minder aantrekkelijk zou maken, of dat dit een omzetdaling voor deze winkeliers tot gevolg zou kunnen hebben. Het is namelijk gebleken dat de open ruimte welke er nu tussen de beide winkelgalerijen is een zodanige lege afstand vertegenwoordigt dat men van het plein als zodanig eigenlijk geen gebruik maakt. Men beweegt zich langs de winkelrand en loopt zo om het plein heen maar hetoverstekenvan de ene naar de an dere zijde komt nauwelijks voor. Volgens de opvatting van de stedebouwkundige dienst is het juist in het belang van de winkeliers om deze middenruimte iets op te vullen, waardoor oversteken gemakkelijker wordt gemaakt;men komt er dan eerder toe dan op het ogenblik. De opstallen die gaan komen zijn erg minimaal van omvang. Het is echt niet de bedoeling om daar de soort van inrichtingen te la ten komen zoals ook door de reclamanten eigenlijk is gesteld, zo als friteskramen en dat soort van dingen. Spreker stelt dat het serieus inde bedoeling ligt van het gemeen tebestuur en van degene die het plan gaat uitvoeren en daar het risico voor loopt om hier iets te realiseren waardoor het winkel centrum als zodanig wordt versterkt en niet verzwakt. De verwachtingen van reclamanten als zouden zij geschaad wor den door de bouw van twee dagwinkels, kunnen worden afgewe zen met te verwijzen naar het rapport van de C. O. M.het con tactorgaan van de middenstand, waaruit blijkt dat de behoefte aan winkels in het Brabantpark altijd nog groter is dan waaraan door deze twee winkels wordt voldaan. In onze overwegingen mogen we ook betrekken de te geven service aan het grote pu bliek. Zolang het aantal verkooppunten niet is gestegen boven datgene wat er naar het oordeel van de C.O. M. mag zijn, ware naar sprekers mening het argument als zou schade worden onder vonden, naast zich neer te leggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 168