22 MEI 1963.
177
REAUN.V. TEAMSTERDAM.
De heer VIS zegt dat de voorzitter wel heeft laten merken dat
dit voorstel op de agenda staat onder het hoofd "stedelijk schoon",
daarbij aan de raadsleden overlatend of zij de aan te brengen re
clame een aantasting of vermeerdering van het stedelijk schoon
vinden. Spreker wil wel zeggen dat wanneer hij bepaalde reclame
objecten in binnen- en buitenland ziet, daartegen wel grote be
zwaren zijn. Hij hoopt dan ook dat burgemeester en wethouders
met uiterste zorg de gegeven delegatie zullen hanteren.
De heer VAN DER WERFF is van dezelfde zorg vervuld als de
heer Vis. Ook hij hoopt dat de delegatie bij burgemeester en wet
houders in goede handen is.
De VOORZITTER kan de raad wel mededelen dat dit voorstel
met opzet onder "stedelijk schoon" is gezet omdat hierin nog geen
aantasting van stedeschoon werd gezien, anders had er "aantasting
van stedeschoon" gestaan.
Nota is genomen van de opmerkingen die hierover zijn gemaakt.
Ook burgemeester en wethouders zijn de mening toegedaan dat
hier voorzichtigheid is geboden en dat niet alleen de door de over
eenkomst aangeboorde winstbron belangrijk is.
31. AANVULLEND KREDIET VOOR DETWEEDE FASE VERBOUWING
CONCORDIA.
De heer ZIJTREGTOP zegt dat de raad op 13 juni 1962 een kre
diet van 300.000, - heeft verstrekt om voorzieningen te treffen
in het gebouw Concordia. Hij dacht dat hierin alle primaire voor
zieningenwaren opgenomen en daarom vindt hij het merkwaardig
dat men een half jaar later ineens constateert dat een aantal ka
mers moeten worden geschilderd en leidingen hersteld. Is dit bij
de aankoop niet ineens geconstateerd en inde oorspronkelijke be
groting opgenomen? Nu zijn we aan de tweede fase; hij is bang
over een haljaar weer met een 30.000, - te worden geconfron
teerd. Hij wil graag weten waar men aan toe is.
De heer KROON is het met de heer Zijtregtop eens. Hij wil
zelfs vragen of er nog een 3e en een 4e fase komt. Ook wordt in het
voorstel nog gesproken als zou de vereniging Concordia nog aan
spraken gaan maken op gederfde inkomsten.
Hij zou graag hierover worden ingelicht.
De heer QUADEKKER zegt hetgeen de heren Zijtregtop en Kroon
zeiden wel te kunnen volgen, maar als de heer Zijtregtop daarbij
nog stelt of bij de koop van het gebouw niet bekeken had kunnen
worden wat nog moest gebeuren, kan hij het met dit laatste niet
eens zijn. Het bedrag waarvoor het gebouw is gekocht acht hij na
melijk zo laagdat opdit punt niet over een krediet van 33.000,-
moet worden gepraat als had dit er van afgetrokken moeten worden.