182
22 MEI 1963.
groeien tot blijvende contacten met een gedegen inhoud. Breda zal
als toeristenstad daar dan ongetwijfeld haar voordeel bij kunnen vin
den.
Ten aanzien van de financiële aspecten wil spreker ook nog opmer
kingen plaatsen, doch wellicht is dit beter bij het volgend voorstel
te doen.
De VOORZITTER heeft er geen bezwaar tegen dit nu te doen om
dat deze punten elkaar zo nauw raken.
De heer VIS zegt dat de jumelage e. d. mogelijk wordt gemaakt
door een gift uit het fonds Breda Oranjestad. Hij is van mening dat
daarmede het geld wordt besteed op een wijze die in overeenstem
ming is met de aard van het fonds. Misschien was het om de een
of andere reden wenselijk geweest dat Breda nog een sinaasappeltje
voor de dorst had achtergehouden, maar nu dit niet zo gemakkelijk
bleek te zijn is het volkomen verantwoord om het geld uit het fonds
Breda Oranjestad te gebruiken.
Dit betekent wel dat er in de toekomst voor de gemeente verdere
consequenties zullen zijn en dit in het bijzonder om de vier jaar als
Mer de ontvangsten uit andere steden zijn.
Mevrouw KRENS-WAGTMANS zou graag zien dat bij de natio
nale herdenking vooral ook de jeugd wordt betrokken. Zij vraagt
of hiermede bij de begroting rekening is gehouden.
De heerSPANJER zegt dat inde begroting een post voorkomt voor
ontvangsten van de pers. Gezien de grootte van dit bedrag heeft hij
zich afgevraagd welke bijzondere plannen men in deze richting heeft.
De heer DE KROON dankt ook de heer Van der Werff voor het ver
strekken van uitvoerige historische gegevens. Zijn fractie is bijzon
der dankbaar voor het voorstel en wil hiermede graag meegaan.
Hij is erg blij dat Breda en de naam Breda-Oranjestad weer bijzon
der naar voren worden gebracht.
De voorstellen 32 en 33 aan elkaar gekoppeld hebben de volledige
instemming voor wat betreft het gebruikvan het fonds Breda Oranje
stad. Over de financiering in de toekomst is ook reeds gesproken.
Spreker hoopt dat het dan toch, gezien de financiële positie, moge
lijk zal zijn de nodige activiteiten te ontwikkelen.
De heer MELZER wil van zijn recht om als fractieleider op de
ze voorstellen in te gaan, afstand doen ten behoeve van de heer
Van der Werff omdat deze, gezien de historische achtergronden, het
best hierover kan spreken.
De heer VAN DER WERFF zegt dat uit de aard der zaak gewezen
kan worden op de historische aspecten van deze aangelegenheid.
Maar er zijn nog meer aspecten van uitsluitend historisch culturele