184
22 MEI 1963.
De kosten van ontvangst van de pers zijn geraamd door een werkco
mité, er kan wat bij of wat af. Het is wel de bedoeling de pers zeer
volledig in te lichten. Er komt een speciale ontvangstdag omdat de
praktijk geleerd heeft dat, wil men de nodige publiciteit aan de plan
nen geven, dit de manier is. Hieraan zijn uiteraard kosten verbon
den, maar dat loont de moeite wel.
Mevrouw KRENS-WAGTMANS zegt dat zij bedoeld heeft de jeugd
te betrekken bij de nationale herdenking en nu vindt zij een jeugd
drumbandshow weinig historische waarde hebben hoe aardig die op
zich kan zijn.
Zij zou de jeugd vooral graag zien bij de herdenking in de Grote
Kerken zo. In ditverband denkt zij vooral aan de middelbare school
jeugd. Is er voor gezorgd dat daarvoor plaatsen zijn
Wethouder BASTIAENSEN dankt mevrouw Krens-Wagtmans voor
de suggestie.
Hierna wordt overeenkomstig de voorstellen 32 en 33 besloten.
34. VERREKENINGEN MET NIEUW-GINNEKEN EN TETERINGEN IN
VERBAND MET DE GRENSWIJZIGING PER 1 JUNI 1961.
35. OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERWERVINGVAN ONROE
REND GOED.
36. OVERDRACHT OM NIET VAN GROND NABU DEKWAKKELHUT-
STRAAT.
37. VERKOOP VAN HET PAND GINNEKENSTRAAT 74.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
38. VERKOOP VAN DE WONINGWETWONINGEN LAAN VAN MER-
TERSEM 108 EN 134.
De heer KOERTSHUIS zegt dat in het voorstel de circulaire van
de minister van volkshuisvesting en bouwnijverheid van 8 februari
1961 wordt aangehaald. Hij heeft deze circulaire er op nageslagen
en moet zeggen dat de richtlijnen in dit voorstel wel in het alge
meen worden gevolgd. Alleen twee dingen heeft hij niet kunnen vin
den. In de circulaire wordt gesteld dat de woningen aan redelijke
eisen moetenvoldoen en in behoorlijke staat van onderhoud moeten
zijn. Hij neemt aan dat in dit geval dit wel zo zal zijn, maar hij
meent te weten dat in Breda wel woningen zijn die daar misschien
niet aan voldoen. Het tweede punt waar spreker opwil wijzen is dat
in de 3e alinea wordt gesproken van 10% in de kosten van verwer
ving. In de circulaire staat dat het 10%van de overdrachtprijs moet
zijn. Hij vindt dat hierin nogal wat verschil is.
Wethouder VERMEULEN kan als antwoord op de eerste vraag stel-