22 MEI 1963. 191 zin dat de huur wordt gebracht van 4.100, - op 9.300, -. Spre ker blijft dit een essentieel belangrijke wijziging van dit huurcon tract vinden. Als het grote onderhoud voor de gemeente is en er nu de groundsman bijkomt, zo vervolgt spreker, dan vraagt hij zich af wat er overblijft. De wethouder heeft gezegd dat afgegaan moet worden op cijfers die door de stichting zijn verstrekt, en daar kan spreker inkomen. Anderzijds meent hij dat er in het huurcon tract ergens staat dat de stichting jaarlijks haar exploitatierekening aan de gemeente moet overleggen, misschien zelfs een begroting. Uit de cijfers zijn dan bepaalde conclusies te trekken. Spreker is zelf op het tennispark geweest en heeft cijfers van ver huur e. d. gezien. Er zijn 231 speeltijden en hiervan zijn 29 niet verhuurd ofwel 10%. Deze laatste speeltijden zouden wellicht nog rendabel gemaakt kunnen worden met schooltennis. Blijven er dus 200 verhuurde tijden over. De huren variërenvanf 75,- tot 145,-. Gemiddeld stelt spreker de huur op 95, - en komt aan inkomsten van verhuur banen op ongeveer 18.000,-. De spelers moeten een parkkaart hebben ad 1,- hetgeen neerkomt op een inkomst van ongeveer 700, Dan is er nog gelegenheid tot losse huur per baan, hetgeen ook wel een paar honderd gulden zal opbrengen. Spreker komt zo al tot 19.000,- inkomsten. Voor de verhuur van het paviljoen zal de stichting ook wel 1.000, - ontvangen, zodat globaal berekend 20.000, - inkomsten zijn te tellen. En als lasten ziet hij alleen de huur aan de gemeente. De VOORZITTER wijst er de heer Van Gastel op dat deze bui ten de orde gaat. Hij bespreekt dingen die te zijner tijd aan de orde komen. Hij verzoekt hem zich te bepalen tot het punt zelf. De heer VAN GASTEL stelt dat er een groot verschil moet zijn tussen de inkomsten en uitgaven van de stichting. De tweede groundsman is zoals uit de toelichting op de begrotingswijziging blijkt, meer bestemd voor toezicht. Graag had spreker nog antwoord op zijn vraag wat de stichting in het verleden heeft gedaan aan de rechtspositie van het personeel. De heer BROEDERS zegt dat de vorige fractievoorzitter altijd zeer attent was op weggedrukte stukken in begrotingswijzigingen. Dit blijft in de fractie doorwerken. Over de 5.300, - zijn hier en daar nog vragen te stellen. Nu is er echter moeilijk uit te komen. Hij vraagt of het bedrag van 14.300, - terecht op de vermelde post is geplaatst. Spreker constateert dat er nogal wat vragen zijn gesteld inzake de verhouding tussen de gemeente en het park. Uit deze vragen blijkt wel dat de raad belangstelling heeft voor de gang van zaken. Hij verzoekt de toezegging te mogen krijgen dat de zaak waar het hier om gaat tijdig vóór 1 april 1964 in de betreffende afdeling van de raad wordt doorgesproken. Hij is overigens van oordeel dat over de onderwerpelijke begrotingswijziging niet langer behoeft te worden gepraat. De heer KROON zegt dat de zaak aan de raad is voorgelegd in een begrotingswijziging, hetgeen aan burgemeester en wethouders is ontgaan. Het betreft een essentiële wijziging van het huurcon-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 191