192 22 MEI 1963. tract en als zodanig is het de raad niet kwalijk te nemen dat hij daarover graag een afzonderlijk preadvies had gezien. Spreker wil wel genoegen nemen met de door de heer Broeders ge vraagde toezegging de zaak tijdig te bespreken in de afdeling waardoor de nodige aan- en opmerkingen kunnen worden gemaakt. De heer MELZER zegt geen antwoord te hebben gekregen opzijn vraag de zaak eerst met openbare werken en de sportstichting te bespreken en dan voor te leggen in de afdeling cultuur- en sport zaken. Wethouder VAN BUNEN heeft daarstraks al duidelijk laten uit komen dat het de bedoeling is attent op deze zaak te zijn. Hij garandeert de zaak tijdig vóór 1 april 1964 gedocumenteerd aan de raad voor te leggen. Nu al komt op alle mogelijke momenten het tennispark onder de loupe. Straks zal de zaak weer in de sportstichting worden gebracht. Dit heeft alles echter niets te maken met de overname van de ar beidskracht. De heer Van Gastel heeft gevraagd wat de stichting zelf heeft ge daan aan de rechtszekerheid van deze groundsman. Hierop zou spreker kunnen antwoorden door te vragen wat doen kleine werk gevers aan de rechtspositie van hun werknemers De stichting geeft een arbeidscontract en geeft toepassing aan de sociale wet ten. De tweede groundsman laat indiensttreding bij de gemeente onver schillig. Als hij bij de stichting mag blijven werken hoeft de ge meente hem niet in dienst te nemen; hij neemt ook genoegen met plaatsing in de w. en w.In vorige jaren was de man op jaarcon tract in dienst. Toen de ervaring leerde dat er geen volledig jaar werk voor hem was, alleen voor de periode 1 maart tot 15 okto ber, werd het contract gewijzigd. Spreker raadt nogmaals aan de begrotingswijziging vast te stellen en belooft de raad voor 1 april 1964 met een gedocumenteerd voor stel te komen. De heerQUADEKKER zou van de begrotingswijziging niets heb ben gezegd ware het niet dat de laatste zinnen van wethouder Van Bijnen hem hiertoe noopten. Deze vroeg zich namelijk af wat de kleine werkgever voor de rechtspositie van zijn werknemers deed. Niet vergeten moet worden dat een grote ondernemer zijn sociale diensten en dergelijke heeft, afdelingen waarover een kleine on dernemer niet beschikt. Spreker is het echter wel bekend dat veel kleine werkgevers, zeer veel kleine werkgevers zeer veel voor hun personeel doen. Wethouder VAN BIJNEN zegt geen enkel verwijt aan de kleine ondernemer te hebben willen maken. Hij heeft willen stellen dat de man bij de stichting een arbeidscontract heeft en ruime toe passing der sociale wetgeving. Verhouding werkgever - werknemer is echter niet in wetten uit te drukken. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 46. VERHOGING KREDIET IN REKENING-COURANT MET KERK-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 192