16 JANUARI 1963.
19
een rendabele exploitatie mogelijk te maken.
Ook spreker is verheugd dat de gronden voor het bouwen van
volkswoningen met het laagste percentage zijn verhoogd.
De opmerking op bladzijde 8 van het voorstel: "hoewel de
uitgifteprijzen 1963 ten opzichte van die van 1962 een niet on
belangrijke stijging te zien geven, menen wij toch dat zij nog
binnen redelijke grenzen blijven en dan ook aanvaardbaar zijn,
meent spreker te kunnen onderschrijven.
De oorspronkelijke toerekening van de kosten van reconstruc
tie der Poolseweg aan de algemene dienst in plaats van aan het
grondbedrijf, zou zoals op pag. 3 is vermeld, per abuis zijn ge
schied. Spreker vindt dit wel iets te sterk uitgedrukt. Hij ziet
zeker redenen die toerekening aan de algemene dienst gewenst
maken. De Poolseweg is immers een uitvalsweg voor het verkeer.
Ook, gezien de financiële toestand van de gemeente, vindt hij
toerekening aan de algemene dienst te verdedigen.
Tot slot wil hij nog opmerken dat op pagina 9 niet geheel
de bedoeling van het college wordt weergegeven, wanneer wordt
gesproken over de prijsstijging van grondprijzen voor etagewo
ningen. Etagewoningen met 5 lagen en meer hebben de laagste
kostenfactor grond.
De heer TER BERG zegt dat in de bijlagen I en II van het
voorstel een overzicht is gegeven van de diverse complexen
met de hieraan reeds besteedde of nog te verwachten uitgaven
en reeds ontvangen of nog naar raming te verwachten opbreng
sten.
Hij verzoekt hem toe te staan 2 complexen hieruit te lich
ten en naast elkaar te vergelijken.
In het complex Boeimeer-Noord totaal groot 41. 052 m2 is
37.619 m2 - dat is ongeveer 90°/o - aan grond uitgegeven.
Bij dit hoge uitgiftepercentage treft men een betrekkelijk
gering bedrag aan, aan opbrengsten, zodat dit complex een
verlies te zien geeft van f 1.108.500, -.
Stelt men hiertegenover het complex Hoge Vucht IIL Dit
heeft een uitgiftepercentage van slechts 52,5°]o en dus ook een
naar verhouding hoger percentage aan openbare voorzieningen
dan Boeimeer-Noord. Hoge Vucht III sluit echter met een ge
raamde batige opbrengst van 2.606.100, -.
Uit deze vergelijking mag mijns inziens het grote verschil in
Uw beleid van voorgaande jaren en het beleid der laatste jaren
worden vastgesteld. Een beleid dat ten eerste thans in het alge
meen resulteert in een evenwicht van kosten en opbrengsten van
het grondbedrijf dan wel een batig saldo te zien geeft. Ten tweede
een beleid dat in haar uitbreidingsplannen een grotere ruimte heeft
nodig geacht en mogelijk gemaakt aan openbare voorzieningen,
die het stadsbeeld ten goede komen en ten nutte zijn van de gehele
stadsbevolking.
Het staat evenwel te bezien of in de toekomst op deze wijze
kan worden doorgegaan, gezien de steeds grotere nood aan bouw-