204 22 MEI 1963. De heer VAN GASTEL zegt dat er tijdens de dodenherdenking vorig jaar 1962 om 8 uur bij het monument op de Grote Markt door nabestaanden, verenigingen e.d. kransen, bloemstukken zijn neer gelegd. Deze bloemen worden gelegd ter ere en nagedachtenis van nen, die in de strijd tegen de natie die ons trachtte van onze vrij heid en democratie te beroven, hun grootste bezit, hun leven, heb ben gegeven. Het is daarom voor ons, die het leven mochten be houden niet meer dan passend.dat de neergelegde bloemen blijven liggen tot ze verwelkt zijn. Vorig jaar is echter om 9 uur - dus een uur na het neerleggen der bloemen - een wagen van openbare werken gekomen, die alle bloe men heeft opgeladen en overgebracht naar het Poolse monument. Terecht hebben daarna de Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen uit de bezettingstijd, alsmede de Nationale Federatieve raad van het voormalig verzet Nederland zich ter zake schriftelijk tot het college van burgemeester en wethouders gewend, namelijk bij schrij ven van 16 september. Op 24 oktober 1962 werd onder no. AZ/15183 door het college van burgemeester en wethouders aan beide verenigingen bericht, DAT MAATREGELEN ZIJN GETROFFEN, DAT NA EEN DODENHERDEN KING KRANSEN, BLOEMSTUKKEN EN BLOEMEN NIET VERWIJDERD zullen worden voordat ze verwelkt zijn. Bij de dodenherdenking dit jaar op zaterdagavond zijn wederom' bloemen gelegd. Thans is geconstateerd, dat, terwijl de bloemen nog verre van verwelkt waren, reeds op maandagochtend vroeg we derom een wagen van openbare werken de bloemen heeft wegge haald en wederom naar het Poolse monument heeft overgebracht, dit tot grote ergernis van vele mensen. De vragen zijn dus: Welke maatregelen heeft het college vorig jaar getroffen? Waarom kon, niettegenstaande de getroffen maatregelen, dit jaar wederom hetzelfde geschieden als net vorig jaar? Tenslotte: welke maatregelen denkt het college te nemen, opdat een en ander in de toekomst beslist niet meer voor kan komen? De heer LOUS verzoekt te bevorderen dat de tunnels in Breda op zijn minst een keer per week geveegd worden. De heer VERSCHUREN merkt op dat er in onze gemeente een goed gekeurd "schouwsloten plan", voor de ontwatering van land en tuin- bouwgronden is. Deze werken zouden worden uitgevoerd door de Ned. Heide Mü in D.A.C.W.-werk, dus met werkloze arbeiders. Daar er (gelukkig) van deze arbeiders geen gebruik kan worden ges maakt, is dit werk zo goed als stilgelegd, met het gevolg dat de toestand onhoudbaar is geworden. Nogmaals komt hij het college

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 204