19 JUNI 1963. 216 woners van huis gaan kunnen zij nimmer de ramen open laten staan omdat dan iedereen zo maar binnen kan stappen, terwijl bovendien iedereen binnen kan kijken, omdat men vlak langs de woningen loopt. De heer VAN GISBERGEN heeft in de plannen gezien dat er 14 winkel-woningen gebouwd zullen worden in de vrije sector. Spreker zou gaarne vernemen of dit winkels zijn met een bovenwoning als een geheel en wat de huur- of koopprijs voor deze winkel-woningen zal zijn. Deze staan niet in het voorstel vermeld. De heer MELZER spreekt graag zijn waardering uitvoordit meer jarig bouwplan, temeer omdat er gestreefd wordt naar woningen van een betere kwaliteit en met meer comfort. Hij sluit zich verder aan bij hetgeen de heer Zijtregtop heeft gesteld betreffende zijn be zorgdheid over de mogelijkheden voor de kleinere aannemers. Hij meent dat er contact is geweest van burgemeester en wethouders met deze samenwerkende aannemers, om hen voor toewijzing van bouw- contingent in aanmerking te laten komen. Spreker zou gaarne hier over iets naders vernemen. Het door de heer Vis gestelde over de bewoning van woningwet woningen zou spreker gaarne onderstrepen. Hij gelooft dat inder daad te veel lieden woningwetwoningen bewonen, die daarin qua inkomen niet thuis horen. Dit blijkt ook uit de verkoop van woning wetwoningen aan huurders, waarvoor het ministerie geen toestem ming verleent omdat de inkomengrens wordt overschreden. Tenslotte hoopt spreker dat de raad voor vervelende surprises wat de kostenraming betreft, behoed zal worden. In het verleden is dit enige keren geschied b. v. bij het politiebureau. Hij hoopt dat alle mogelijke calculaties nog eens terdege nagerekend zullen worden. De heer KROON wil zich in algemene zin aansluiten bij de vo rige sprekers en ook bij de lof, die aan de plannenmakers is toege zwaaid. Hij hoopt dat het mogelijk zal blijken dat van dit plan reeds dit jaar iets verwezenlijkt zal kunnen worden. In het geheel kansprekers fractie volkomen instemmen met het plan, zoals het thans voorligt. Ook voor hem zijn er nog wel enkele vragen gerezen. Met name zou hij de vraag, die door de heren Zijt regtop en Melzer reeds gesteld is, nogmaals willen onderstrepen nl. wat gebeurt er nu met de kleine bouwondernemers? Deze vraag werd ook reeds in de raadsvergadering van maart j. 1. door sprekers fractie naar voren gebracht. Ligt er in het te verwachten bouwcontingent enige mogelijkheid, dat deze ondernemers voor de eerstvolgende drie jaren ook aan hun trekken komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 216