217 19 JUNI 1963. In de raadsvergadering van maart j. 1. heeft hij deze zaak ter sprake gebracht en gevraagd of er een mogelijkheid zou zijn, even als bij het zogenaamde Pronto-contract is geschied, de overwinst ten gunste van de gemeente te laten komen. In het concept-con tract heeft hij deze bepaling niet kunnen vinden. Spreker vraagt of het niet gewenst is deze bepaling alsnog op te ne men. Wel heeft hij een andere bepaling in dit contract gevonden die hem uit het hart gegrepen is, n.Ldat een verkapt sleutelgeld ofwel betaling van de onrendabele bouwkosten niet zal worden toegestaan. Dit noemt hij een belangrijk winstpunt. Tenslotte zegt spreker dat in het voorstel staat dat om admini stratieve en vooral om begrotings-technische redenen het totale kre diet wordt gevraagd en niet 1/3 deel hiervan. Gaarne zou hij vernemen wat de administratieve en de begrotings technische redenen zijn, die votering van het gehele krediet nodig maken. De heer VAN CASTEREN zegt, dat het zijn aandacht heeft ge trokken dat in dit complex 138 naar behoefte te bouwen garages zijn opgenomen.Voorts constateert hij dat inde basisovereenkomst niet over garages wordt gesproken. Daarom rijst bij hem de vraag hoe dat nu met de garages precies gaat. Mevrouw DE BONTE heeft evenals mevrouw Van Mierlo de vraag te stellen of het niet mogelijk is om enkele grotere flats in de pre- miebouw op te nemen, omdat het nu eenmaal gebleken is dat een vier-kamerflat nog wat klein is voor een gezin met wat grotere stu derende kinderen. Tenslotte vraagt zij rekening te houden met de afmetingen van de balcons. Bij de prontobouw zijn dit zeer kleine balcons, waarop nauwelijks een kinderbox kan staan. Omdat in deze flats toch ook wel gezinnen met kleine kinderen zullen komen wonen vraagt zij hiervoor de speciale aandacht van burgemeester en wethouders. Wethouder VERMEULEN is van mening, dat hij beter eerst in het algemeen het beleid van burgemeester en wethouders dat op het ogenblik ten aanzien van de woningbouw wordt gevolgd, kan be sprekenvoor hij tot beantwoording van de gestelde vragen overgaat. Momenteel kan jaarlijks gerekend worden op een totaal contin gent - dus vrije sector - premie - en woningwetwoningen - van 800 woningen. Dit was een fataal getal, waar de gemeente Breda de laatste jaren niet boven is geweest. Dit paste in het landelijk totaal van 90.000 woningen. Dit totaal werd door de landelijke regering met het oog op de bouwcapaciteit als het maximaal bereikbare ge zien. Bij een grotere toewijzing zouden er spanningen op de ar-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 217