225 19 JUNI 1963. De vraag van de heer Van Casteren over de garages heeft in de vergadering van burgemeester en wethouders ook een punt van over weging uitgemaakt. In dit plan gaat de gemeente dus 138 garages bouwen bij woningwetwoningen. Ofschoon moet worden afgewacht of deze garages direct verhuurd kunnen worden, hebben burgemeester en wethouders gemeend er goed aan te doen deze garages toch te doen bouwen. De ontwikkeling laat aanzien, dat binnen afzienbare tijd aan garages een zeer gro te behoefte zal zijn. Tegen die tijd zullen ze klaar moeten zijn. Indien de garages thans niet gebouwd zullen worden, zal men na het gereedkomen van de woningen in de onmiddelijke nabijheid daar van moeten gaan heien, wat nadelige gevolgen voor de woningbouw met zich zou kunnen brengen. Over de grootte van de balcons, waarover mevrouw De Bonte heeft gesproken, kan spreker mededelen.dat de etagewoningen een riant balcon hebben. De tekening geeft een breedte aan van 1^ me ter voor de huiskamer. Bovendien loopt het balcon over de gehele breedte van het huis. De heer ZIJTREGTOP zegt dat wethouder Vermeulen in zijn vrij uitvoerig antwoord verschillende door hem gestelde vragen heeft be antwoord. Bij de beantwoording van zijn vraag over de woning quota heeft hij geen exacte getallen kunnen laten horen. Het was echter sprekers bedoeling om te peilen waarop burgemeester en wethouders mikken, en indien hij goed geluisterd heeft dan zal dit aantal lig gen tussen de 1.000 en 1.100 woningen per jaar. Spreker neemt aan dat de verwachting van burgemeester en wethouders reeel is, zodat er dan in totaliteit 300 woningen per jaar overblijven, die niet door Zeebregts gebouwd zullen worden en over de plaatselijke aannemers kunnen worden verdeeld.Dit zouden echter woningen moeten zijn, die deze aannemers over het algemeen bouwen dus premie- en vrije sectorwoningen. De plaatselijke aannemers hebben wel premiewo ningen gebouwd, doch als het over het algemeen vrije sectorwonin gen zijn, dus bij de aantallen van wethouder Vermeulen een 300, aan zou dit betekenen dat er in de gemeente Breda behalve deze 300 woningen door de eigen bouwers, nog een 125 door Zeebregts per jaar te bouwen zijn. Dit is bijna de helft van het jaarlijks quo tum. Spreker vraagt zich af of deze verhouding wel refcel is en dat inderdaad gesteld kan worden dat de gemeente Breda nastreeft om nieuwe woningen voor 40% in de vrije sector te gaan bouwen. Hij vraagt zich af of dit een bouw-politiek is, die beantwoord aan de behoeften. Wethouder VERMEULEN vraagt waar de heer Zijtregtop die ge tallen vandaan haalt. De heer ZIJTREGTOP zegt, dat burgemeester en wethouders mik ken op 1. 000 woningen per jaar, waarvan Zeebregts er volgens het voorliggende voorstel er 700 per jaar bouwt. Er blijven dus 300 wo ningen beschikbaar voor de eigen bouwers. Hierbij kunnen dan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 225