24 16 JANUARI 1963. zijn terecht gekomen. Het betreft immers het ontsluiten van nieuwe wijken die daarachter liggen. De heer Ter Berg, zo vervolgt spreker, heeft geconcludeerd dat de huidige methode van berekening der grondprijzen beter is dan de vroegere. De grote verliezen op afzonderlijke com plexen zijn voor de grondpool niet meer mogelijk. De stijgende kosten van verwerving der gronden zijn reële werkelijkheid, maar toch moet zolang mogelijk worden vast gehouden aan een ruime stadsuitleg. Een ruime stadsuitleg, waarvoor vele buiten Breda ons om benijden. Spreker kan zich wel indenken dat in de toekomst een beperking"opgelegd zal moeten worden. Over het areaal sportterreinen wil spreker opmerken, dat burgemeester en wethouders al het mogelijke hebben gedaan om voor de buitensporten in de uitbreidingsplannen een vol doende aantal terreinen op te nemen. Hij wil in dit verband wijzen op het plan Ruitersbos, waar 50% der grond voor aller lei sportaccommodatie is bestemd. De heer Ter Berg heeft nog gewezen op de meer rechtvaar dige verhouding van de grondprijzen nu de grondpool in werking is, terwijl hij zijn waardering uitsprak voor de minder sterke stijging in de kosten van gronden bestemd voor de volkswoning bouw. Zijn wens om de kosten niet teveel te doen stijgen is bij na niet te vervullen, omdat verhoging niet is te vermijden. Spreker heeft hier reeds op gewezen. Het grondbedrijf is een continubedrijf, de grondpool een verzamelpost van de uit dit bedrijf voortvloeiende kosten. Ook het huidige systeem vol gend, blijven de kostprijsverhogen.de factoren werkzaam en men zal dit moeten accepteren» De door de heer Melzer uitgesproken waardering wil spre ker gaarne doorschuiven naar de ambtenaren die het voorstel en de bijbehorende toelichtingen hebben opgesteld. Wat be treft de vraag van de heer Melzer of de grondpool nog eens in de financiële commissie kan worden doorgepraat, wil spreker antwoorden dat eventueel overleg zijns inziens meer in de afdeling van openbare werken thuishoort. Hij zegt de heer Melzer toe, dat alle raadsleden een lijstje zullen krijgen, waarin de gronden opgenomen in de categorieën A, B en C zijn opgenomen. De heer KOERTSHUIS is de wethouder zeer erkentelijk voor de uiteenzetting die hij heeft gegeven. Hij heeft ech ter nog enige opmerkingen. Als eerste wil hij stellen dat hij gelooft dat men er met een vijf-jaarlijkse herwaardering niet komt. Men moet ter bepaling van de prijs regelmatig de markt volgen. Wat betreft het onderbrengen van bepaalde kosten (de vergeten posten) vraagt hij zich af of deze niet moeten wor den verantwoord waar zij thuis horen. Is hiervoor niet een fonds voor kosten van stadsuitleg

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 24