250
17 JULI 1963.
Wethouder VAN BOXTEL zegt, dat de heer Nieuwlaat, dit
euvel signalerende, nalaat te omschrijven hoe ver zijn gedach
ten omtrent verdere contributieverhoging gaan. Over een derge
lijke verhoging kan men ver en breed van mening verschillen.
De vergelijking, die de heer Nieuwlaat maakt tussen de bedragen
die gevoteerd moeten worden, via uitbetaalde lonen overigens,
in de uitvoering van de sociale verzekeringswetten met de vrij
willige contributies gaat niet op. De luttele guldens per jaar be
dragen in doorsnee minimaal f 12,50 per jaar, terwijl daarnaast
ook contributies van 15,- tot 18,- per jaar betaald moeten
worden.
Dit zijn bedragen, waarvan spreker durft te stellen dat die niet
getypeerd moeten worden met luttele guldens per jaar. Men dient
ook te bedenken, dat deze bedragen ook betaald moeten worden
door leden die echt niet vaak een beroep op de kruisverenigingen
doen.
De vergelijking, die de heer Nieuwlaat maakt tussen de contri
buties en datgene wat aan sociale lasten betaald moet worden
gaat ook niet op omdat de sociale lasten wekelijks of maande
lijks van het loon worden afgehouden, terwijl de kruisverenigin
gen toen kwitanties presenteerden op een moment dat het salaris
misschien al drie weken is opgesoupeerd.- Overigens, zegt spre
ker, zijn er te Breda de laatste jaren regelmatig contributiever
hogingen doorgevoerd en de inkomstenposten zijn ook belangrijk
gestegen.
Indien men nog aanmerkingen op de inkomstenbronnen heeft zal
men concreet moeten aangeven tot welke hoogte en in welke
richting men verhoging ziet.
De algemeenheid van de gemaakte opmerking is niet helemaal
juist, omdat die suggereert, dat er helemaal niet aan gedacht
wordt, terwijl de cijfers anders uitwijzen.
De heer NIEUWLAAT zegt, dat de intentie van zijn vraag is
zoals die door de wethouder gei'nterpreteerd wordt nl. aandacht
besteden aan contributieverhogingen in de toekomst.
Hoewel spreker de kruisverenigingen een warm hart toedraagt is
hij van mening, dat we eigenlijk met de voorzieningen van die
vereniging nog in de bedelingssfeer zitten. Er zal naar zijn me
ning voortdurend aandacht aan moeten worden besteed, dat er
voor die voorzieningen betaald moet worden. Als men ziet welke
zorgen er door het Wit Gele Kruis worden besteed aan jonge ge
zinnen en aan ouden van dagen, dan is men geneigd zich af te
vragen hoe dat mogelijk is voor die paar guldens per jaar.
De heer QUADEKKER zegt, dat de wethouder heeft gesteld,
dat men moet aangeven hoeveel men de contributie wil verho
gen en dat men er daarna over kan gaan praten en discussiëren.
Hij vraagt zich af wat het helpt, dat wij gaan praten en discus
siëren over contributieverhoging der kruisverenigingen, waar die
verenigingen toch volslagen autonoom zijn.