17 JULI 1963. 255 zwaarlijk waren. Het overleg met de instituten is nuttig geweest voor het subsidiëntenoverleg omdat het inzicht heeft gekregen ten aanzien van bepaalde problematieken die voor het subsidi ëntenoverleg nog niet zo eenvoudig waren. Anderzijds is bij de besturen der instituten begrip gekweekt voor de zorg die bij de subsidiënten bestaat omdat wanneer tot subsidie wordt besloten, dit subsidiëntenoverleg zich moet kunnen verantwoorden tegen over de verschillende gemeenten en de provincie en dat men daar om ook kritiek mag hebben op bepaalde zaken. Ten aanzien van de waarschuwing van de heer Mendes stelt spre ker, dat het subsidiëntenoverleg er naar gestreefd heeft om juist buiten dat artistieke beleid te blijven. Door het subsidiëntenoverleg zelf is gesteld, dat getracht moet worden om aan de hand van enkele jaren praktijk een sleutel te vinden ofwel bepaalde bedragen als maatstaf te nemen voor het subsidie. Het moet dan aan de instituten worden overgelaten in hoeverre zij met eigen middelen aangevuld met subsidie een be paald artistiek beleid willen voeren. Spreker vervolgt, dat het natuurlijk niet zo moet zijn, dat men bepaalde produkten brengt, die zeer aanstoot gevend zijn voor het publiek. Aangenomen mag worden, dat de besturen der in stellingen worden gevormd door weldenkende mensen zodat wij dat gevaar niet te duchten hebben en men mag ook aannemen dat de vertegenwoordigers in het subsidiëntenoverleg ook zeerwel- denkende mensen zijn, die hun toezicht willen beperken tot het verantwoord besteden van overheidsgelden. Ten aanzien van de vraag van de heer Kroon stelt spreker, dat de verenigingen tijdig hun begrotingen voor het volgend seizoen moe ten indienen, zodat het subsidiëntenoverleg zich tijdig over de begrotingen kan beraden. Hij deelt verder mede, dat nog deze week of althans binnen 10 dagen over de begrotingen van het volgend seizoen binnen het subsidiëntenoverleg beraad zal plaats hebben. De heer MELZER zegt, dat in verband met de salarissen iets in het voorstel staat over het rapport van de commissie Witteman. Hij meent dat dit inmiddels is achterhaald. Wethouder BASTIAENSEN antwoordt, dat de cijfers van het derde rapport Witteman zijn gepubliceerd en dat de technische staf die het subsidiëntenoverleg moet helpen momenteel in sa menwerking met de instituten aan het berekenen is hoe groot het bedrag in werkelijkheid moet worden. Persoonlijk denkt hij, dat het bedrag van 11. 000, - er niet ver naast zal zijn. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel besloten. 19. KREDIET VOOR DE AANLEG VAN EEN AANTAL RUIGE SPEEL VELDEN TEN BEHOEVE VAN DE JEUGD. De heer KOERTSHUIS zegt, dat hij door dit voorstel al heel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 255