25
16 JANUARI 1962.
Tot slot heeft hij nog een opmerking ten aanzien van het
vermelde in bijlage 3 met betrekking tot losstaande garages.
Zijn hier bedoeld losstaande garages bij woningen of complexen
van garages Of moet hij het zo opvatten dat men, als men
een garage bij het huis wil bouwen eenmaal, en als men een
complex van bijvoorbeeld 10 boxen wil bouwen, tienmaal be
taalt
De heer MELZER zegt dat toen hij het idee naar voren
bracht de grondpool in de financiële commissie te bespreken
hij niet alleen heeft gedacht aan de financiële en fiscale con
sequenties met betrekking tot de gronden der grondpool, doch
ook aan andere gronden. Hij was van mening dat de wethou
der van financiën deze zaak beheerde. Hij ziet het nl. zo dat
men bij aankoop van gemeentegrond een zekere aanlegbelas-
ting betaalt. Zijns inziens is hier sprake van discriminatie,
hetgeen hij minder gewenst vindt. Vandaar zijn wens hierover
in de financiële afdeling van gedachten te wisselen.
De VOORZITTER zegt dat ook hij van mening is dat het een
zaak is voor de afdeling openbare werken.
De heer MELZER zegt dit persoonlijk niet erg te vinden, hij
heeft immers in beide afdelingen zitting.
Wethouder VERMEULEN beantwoordt de vraag van de heer
Koertshuis over de doorberekening van bepaalde kosten door er
op te wijzen dat het criterium uiteraard is dat de kosten daar
moeten worden verantwoord waar zij functioneel thuis horen en
dit is bij het grondbedrijf. De heer Koertshuis vroeg zich in dit
verband af of er een stadsuitlegfonds bestond, doch spreker be
grijpt niet wat hieronder is te verstaan. Er is wel een fonds-hij-
drage kosten grote werken, doch een stadsuitlegfonds is niet aan
wezig.
Voor losstaande garages is op bijlage III een grondprijs van
1.065, - genoemd. Spreker neemt aan dat dit de prijs is van
gronden in uitbreidingsplannen welke zijn bestemd voor garage-
bouw. Meer weet hij er niet van te zeggen. Hij meent dat het
zowel losstaande garages als rijtjes garages betreft.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
24. BENOEMING VAN EEN LID VAN HET BESTUUR VAN DE
B. I. M. Z.
Op de heer J. Dikhoff worden uitgebracht 29 stemmen en op
de heer J. Mol 6, zodat de heer J. Dikhoff is benoemd.
25. GOEDKEURING REKENING 1961 VAN DE B. I. M. Z.
26. BESCHIKBAARSTELLEN VAN KREDIETEN:
a. VOOR DE BEDRIJFSVOERING VAN HET GAS-, HET WATER
EN HET ELEKTRICITEITSBEDRIJF IN 1963.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.