16 JANUARI 1962. 27 om ook de katten te laten inenten. Omdat katten meer thuis zijn zou eerder tot niet inenten kunnen worden besloten als de tarie ven voor hond en kat gelijk waren. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 33. VASTSTELLING PRESENTIEGELD VOOR LEDEN EN PLAATS VERVANGENDE LEDEN VAN STEMBUREAUS. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten. Wethouder BAST1AENSEN deelt mede, dat de heer A. C.Ver- kooyen leraar elektromontage aan de gemeentelijke technische dagschool reeds enige tijd ziek is. Als plaatsvervanger is, krach tens delegatie, door burgemeester en wethouders voor de tijd van drie maanden de heer W.A.van Ooi jen aangesteld. Na afloop van deze periode is de leraar nog niet geheel hersteld, zodat een tij delijke benoeming van de heer W.A.van Ooijen voor 36 lessen per week praktijd elektromontage noodzakelijk is. Hij verzoekt de raad hieraan voor de tijd van drie maanden, zijn goedkeuring te verlenen. Voorts deelt wethouder Batiaensen mede dat in verband met de uitbreiding van het aantal lessen aan de Horeca-part-time A opleiding en de hieruit voortvloeiende splitsing van de le klassen in 2 parallelklassen het noodzakelijk is gebleken een leraar al gemeen vormend onderwijs aan te trekken. Hij stelt voor voor 3 lessen Nederlandse taal en 1 les rekenen per week in tijdelijke dienst te benoemen de heer A.J. A. P.Veuger. De heer Veuger is bevoegd leraar. Daar de leraar onmiddel lijk nodig is, is dit voorstel mondeling in de vergadering gebracht Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 8. ONDERWIJSNOTA. De heer BA YENS zegt, dat in de inleiding van de onderwijs nota een zin wordt aangehaald uit de wet: het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg van de regering. Het woord regering mag hier vervangen worden door college. Als men in de inhoudsopgave ziet, wat Breda aan onderwijsmo gelijkheden biedt, moet men overtuigd zijn van de grote zorg van het college van burgemeester en wethouders voor het on derwijs. Deze resultaten kunnen alleen bereikt worden als er een goede samenwerking en verstandhouding is tussen het col lege, het particulier initiatief, de inspecties, onderwijsinstel lingen en stichtingen. Die harmonie, die medewerking bestaat en daar kan het onder wijs alleen maar mee gebaat zijn. De zorg voor het onderwijs spreekt ook uit deze nota. Uit alles blijkt dat ze met interesse, nauwgezetheid en veel geduld is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 27