281
21 AUGUSTUS 1963.
fotografeert een tandarts voor een abces, voor het verkeerd liggen
van een tand etc. In een groot aantal gevallen wordt uitsluitend ge
fotografeerd wanneer eigenlijk extractie daarna de bedoeling is,
m. a. w. het centrum van datgene wat gefotografeerd is - wat dus
de meeste straling gekregen heeft - wordt direct daarna verwijderd.
Bij deze kinderen gebeurt dit dus niet. Ervaring op het gebied van
röntgenen van gebitten van ll£-jarigen is minimaal, voor zover
spreker begrepen heeft. Melk.gebitten worden vrijwel nooit gefoto
grafeerd, ze komen er vanzelf uit en daardoor valt over de wer
king van de straling ook in feite weinig concreets te zeggen, maar
een risico-factor is bepaald aanwezig omdat het betreft een nog
groeiende kaak met in ieder geval nog groeiende kiezen. Een kin
dergezicht is bovendien veel kleiner dan dat van een volwassene
en de vijf te nemen foto's zullen dus een concentratie geven van
een zekere uitstraling, dat is onvermijdelijk. Daarbij is spreker
uitdrukkelijk verzekerd dat het niet positief te verklaren was maar
dat toch de mogelijkheid overwogen moest worden van uitstraling
inde richting van de hypofyse en zelfs, een kinderlichaam is klein,
in de richting van de geslachtsorganen. Dit is niet met absolute
zekerheid te verklaren, het tegendeel uit de aard der zaak ook niet,
maar al deze argumenten tezamen leiden er toe dat er toch wel
een dusdanige hoeveelheid tegen het voorstel spreekt, terwijl men
er toch wel op bedacht moet zijn dat wanneer de g. g. en g. d.
iets doet dit in elk geval full-proof en absoluut safe is. Op die grond
wil spreker de argumenten ter overweging geven.
De heer QUADEKKER is in de afdeling aanwezig geweest toen
anderhalf uur over deze zaak is gesproken. Deze was toen nog niet
geheel uitgepraat. In de laatste zin van dit voorstel is vermeld dat
een eventueel afwijkend voorstel van de afdeling zal worden mede
gedeeld. Het ware niet onverstandig geweest wanneer de wethou
der, alvorens over dit punt de discussie te openen, het standpunt
van de afdeling had weergegeven. Nu worden de raadsleden eigen
lijk gedwongen stuk voor stuk hun eigen standpunt weer te geven
over dit chapiter, waar nog bij komt dat spreker een geheel nieuw
standpunt van de heer Nieuwlaat te horen krijgt, terwijl toch ook
de heer Broeders en de heer Bastiaansen, leden van de K.V.P.
deel uitmaken van de afdeling. Er is lang en breed gediscussieerd
en tenslotte is akkoord gegaan met het voorstel, als er tenminste
voor het kind zelf positieve waarden aan ten grondslag zouden lig
gen.
Dan is nog gesteld:wanneer er dan 500 kinderen onderzocht worden
dan maar ineens allemaal en dan alle negatieven of alle afdruk
ken van de foto's naar de desdetreffende tandarts. Er is dan tenmin
ste een positief doel en dan is niet de statistiek alleen maar doel.
Voor het kind als zodanig heeft het onderzoek dan nut, jaargroep
na jaargroep van het onderhavige onderzoek. Zoals het nu is voor
gesteld zou men zeggen:het is statistiek om de statistiek of onder
zoek, om het onderzoek dit alleen maar voor de cijfers. Op de duur
geeft de statistiek ook weer wel een richtlijn, welke kant moet worden
uitgewerkt, maar het voorstel was veel beter te verdedigen geweest wan'