21 AUGUSTUS 1963.
282
neer de door spreker aangegeven richting zou zijn gevolgd.
De heer KRAMER meent na het uitstekende betoog van de heer
VanderWerff kort te kunnen zijn. Het voorstel valt uiteen in twee
onderdelen: een financieel en een medisch. Financieel gelooft
spreker niet dat de geraamde 10. 000, - voldoende zijn. Toch
kan nu al gezegd worden dat per kind 20, - nodig zal zijn en dan
is het nog een goedkope tandarts. Als er nu de röntgenapparatuur
nog af moet vraagt spreker waar voor 4.000, - de tandarts, ook
al is deze part-time, te vinden zal zijn. De statistiek alleen al
maakt de zaak duur, maar wat veel belangrijker is dat is de me
dische kant van de zaak. Sprekers fractie heeft inderdaad overwe
gende bezwaren tegen het röntgenonderzoek. De discussie in de
medische wereld moge dan nog wel gaande zijn, maar evenals de
heer Van der Werff heeft spreker zich voor laten lichten door de
medische wereld en deze is unaniem van mening dat men in deze
geen risico mag nemen. En wat sprekers fractie zeer belangrijk
vindt is de vraag of er overleg is geweest met de inspectie voor de
volksgezondheid en wat het resultaat van dit overleg is geweest.
Een groot risico is juist dat elders in het land andere methoden wor
den toegepast. De voorgestelde afwijking in Breda lijkt niet ver
standig; het is hoogstwaarschijnlijk dat de veiligheid van deze kin
deren en hun kinderen in gevaar wordt gebracht. De ouders moeten
wel toestemming geven maar het zal toch wel op prijs worden ge
steld als de ouders schriftelijk ingelicht zouden worden dat hun
kind aan een bestralingsonderzoek wordt blootgesteld. Sprekers
fractie acht dit van het grootste belang opdat de voorlichting juist
zal zijn. Zij is in het geheel niet enthousiast over dit voorstel: het
doel is te gering en het risico te groot.
De heer VIS deelt mede, dat het lid van zijn fractie, dat deel
uitmaakt van de afdeling, in verband met vakantie de betrokken
vergadering niet heeft bijgewoond. Spreker is zelf pas van vakan
tie terug en had daarom slechts enkele opmerkingen. Spreker heeft
even afgewacht wat er van de andere kant kwam en wil er toch een
enkel woord van zeggen. Een jaar of drie geleden is de jeugdtand-
verzorging "nieuwe stijl" gestart en volgens de oppervlakkige ge
gevens - andere zijn er niet - heeft dit systeem tot nu toe behoor
lijk gefunctioneerd, afgaande op de genoemde 73De eerste
vraag is: achten burgemeester en wethouders het redelijker wijze
mogelijk dat dit percentage nog in belangrijke mate wordt ver
hoogd? Als dan verder gezien wordt naar de veranderingen die in
het voorstel zijn aangegeven dan is er allereerst de vergroting van
de taak van de schoolarts. Dit is een verandering, die sprekers
fractie ten zeerste toejuicht, omdat spreker gelooft dat de school
arts een figuur is, die het gehele kind moet bezien en ook dit on
derdeel behoort naar sprekers gevoel zeker wel tot de taak van de
schoolarts. De vraag, die daarbij wel even gerezen is, is deze:hoe
dikwijls vindt dit periodieke systematische onderzoek plaats?Daar-
bij is natuurlijk zeer belangrijk de voorlichting, die wordt gegeven,
aan het onderwijzend personeel, aan de kinderen, maar ook vooral