287 21 AUGUSTUS 1963. het voorstel werd ontwikkeld, is aan deze mogelijkheid niet ge dacht en spreker heeft er dus bepaald geen behoefte aan dit te ver zwijgen. Hij kan er aan toevoegen dat de gedachte uitvoerig is doorgesproken met twee vertegenwoordigers van het bestuur van de maatschappij voor tandheelkunde van de kring Breda en dat ook daar deze opmerking niet is gemaakt. Nu dit punt in de discussie in afdeling en raad zo centraal is gesteld voelt spreker zich wel ge roepen om dit punt opnieuw in discussie te stellen bijgenoemd be stuur. Waar burgemeester en wethouders wel beslist voor willen waken is dat zelfs maar de schijn aanwezig zou zijn dat de gemeente zich een zekere competentie wil aanmeten ten aanzien van het werkter rein der tandartsen. Hiervoor is de hele opzet zeer nadrukkelijk niet bedoeld. Zou men dit nl. in de wereld van de professie ver keerd verstaan dan zou dit burgemeester en wethouders zeer spij ten. Want hoe enthousiast de in het gesprek betrokken tandartsen ook over de gedachte waren, spreker vermoedt dat wanneer van de zijde van de gemeente de indruk zou zijn gewekt dat dit mede in de doelstelling was getrokken de tandartsen direct al een afwijzende houding zouden hebben aangenomen. Nogmaals, de primaire doelstelling en de methodiek van werken, zijn een totaal andere. Het betreft het diagnostisch vaststellen van de gebitssituaties en het blijft natuurlijk mogelijk dat daarbij be paalde afwijkingen worden geconstateerd. Die mogelijkheid is niet zo bar groot omdat men dus zal fotograferen bij kinderen, waar van 73% de tandarts bezoekt. Men gaat natuurlijk niet zo ver dat alleen de bezoekers van de tandarts worden gefotografeerd. Dat zou de betrouwbaarheid van het statistisch gegeven eerder vermin deren dan vermeerderen. Er moet dus naar een objectief statistisch gegeven worden gezocht en daarover heeft men dan ook wel be paalde opvattingen. Met betrekking tot de vraag van de heer Nieuwlaat inzake behan deling door de part-time tandarts kan spreker zeer nadrukkelijk zeggen dat dit nooit in de bedoeling heeft gelegen en dat dit ook nu niet in de bedoeling ligt. Het spijt spreker dit te moeten zeg gen want de heer Nieuwlaat opteert kennelijk voor deze gedachte en deze methode. De raad heeft zeer bewust gekozen voor hetver- wijzingssysteem en dit verwijzingssysteem dient in elk geval ge handhaafd te worden, tenzij te eniger tijd zou blijken dat het een andere methode zou moeten worden. Een suggestie in die richting valt echter van burgemeester en wethouders zeer duidelijk niet te verwachten en spreker hoopt dat dit voldoende duidelijk is ten aan zien van het toekomstig te volgen beleid. Een volgende vraagvande heer Nieuwlaat was:krijgt nu de school- artsendienst een zusje in de schooltandverzorgingsdienst, of bur gemeester en wethouders daar een bepaald standpunt over hebben en of dit is uitgepraat met de maatschappij. Dit lijkt niet zo'n groot probleem te zijn omdat ten aanzien van de wezenlijke me thode, zoals deze in 1960 in overgrote meerderheid door de raad is onderschreven, geen verandering wordt gewenst. Het is geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 287