21 AUGUSTUS 1963. 288 kwestie van broertje en zusje; de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst heeft dus naast zijn taak als gemeentelijke ge neeskundige en gezondheidsdienst het verzorgen van de schoolartsen- dienst en de raad heeft dus in 1960 besloten om de jeugdtandver- zorginginde gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst te incorporeren en ten aanzien van die situatie ontstaat dus geen en kele verandering. De heer Van der Werff heeft allerlei"befaamde" en minder "befaam de" methodieken geëxposeerd en daarbij zelfs de fluoridering ter sprake gebracht, maar spreker laat zich toch niet verleiden om met betrekking tot dit punt nu een discussie te beginnen. Het is genoemd en men zou de fluoridering dus ook in de discussie kun nen betrekken, daar zou wel reden voor bestaan, maar spreker doet dit liever niet in deze raadsvergadering. Het is een hoofdstuk apart en de raad weet dat burgemeester en wethouders deze zaak in stu die hebben. De heer Van der Werff is wel begonnen te zeggen dat hij het voor stel bijzonder juist acht en er dus achter staat - dat was zijn uit gangspunt - maar ten aanzien van een bepaald onderdeel heeft hij levensgrote bezwaren. Wat betreft de afwijking ten opzichte van het besluit van 1960 meent spreker dat dit geen bezwaar behoeft te zijn. De heer Van der Werff heeft dit dan ook maar voorop gezet als een bezwaar te meer, maar spreker gelooft niet dat de heer Van der Werff zelf van de kracht van dit argument overtuigd is. Een zaak evolueert nu een maal en dat is een gezonde ontwikkeling, die natuurlijkerwijze bij elk systeem behoort. Een tweede bezwaar was: de patiënt krijgt er nietsvoor terug; in dit verband is vergeleken met de Mantoux-re- actie. Zoals elke vergelijking gaat ook deze mank omdat de Man- toux-reactie een totaal ander doel heeft. Deze is universeel voor alle kinderen en is direct in een landelijk systeem ingepast om op deze wijze de totale ontwikkeling van de t. b. c. in Nederland te kunnen observeren. Men mag dus een dergelijk groot project nooit vergelijken meteen project als het onderhavige.dat bovendien een andere doelstelling heeft. Tenslotte komt de heer Van der Werff tot punt c, en daarin culmineert zijn gehele bezwaar, waarvan hij zegt: dit is zonder zin, uiteraard wel een bewering, maar geen be- wijs;en het is niet zonder risico. Dat alleen Breda deze onderzoeks methode toepast wil nog niet zeggen dat deze zonder zin is. Men kan dat wel stellen, maar daarom is het natuurlijk nog niet waar. Dat Breda dit op het moment alleen doet heeft dus een bepaalde reden. Als men het met die reden niet eens is, behoeft het werk nog niet zinloos te zijn. Dan is men het er niet mede eens, maar de reden is er wel degelijk en deze is uitvoerig toegelicht in het voorstel en dat is dus de zin van het voorstel. Breda mag uniek zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 288