30 16 JANUARI 1963. taak voor de hoofden van scholen ligt. Op blz. 133 onder III wordt sesDroken over de gezondheidszorg op de school. Die werkt hier in Breda. We hebben een school arts, schoolpsycholoog, schoolpedagoog, misschien straks nog een schoolpsychiater-maatschappelijk werkster voor de school. Zou er nog" wel plaats zijn voor de schoolmeester. Dit is geen kritiek. Het is de hoop dat er een goede verstandhouding be staat tussen die instanties, welke er mee te maken hebben. En als er die niet mocht zijn, dat deze zo spoedig mogelijk komt. Dit laatste zegt spreker omdat er zo veel over deze kwestie ge schreven en onderzocht wordt. Men heeft gesproken over het rapport Souren, later sprak men over de schooladviesinstanties. Men schijnt het niet eens te zijn, Het is misschien goed zuiver informatief eens aan te halen wat Mr. De Vreeze op de jaar vergadering van het Katholiek Onderwijzers Verbond hierover heeft gezegd. Hij had de taak van de schoolgezondheidszorg onder de loupe genomen en stelde tenslotte vast dat zijns in ziens de mening van het onderwijzerscorps zoals die tot nog toe in het discussierapport en de enquête tot uiting komt niet zo heel veel verschilt van die van het grootste deel van de me dische wereld en dat het daarom de hoogste tijd wordt dat on derwijs en gezondheidszorg eindelijk eens samen gaan praten. Alles wat met wijs en breed overleg geregeld wordt komt ten goede aan het onderwijs. Tot slot mijnheer de voorzitter, een punt wat niet in de nota staat: de vrije zaterdag. Het onderwijs zit grotendeels nog in de zesdaagse. Of de vijfdaagse er zal komen, hoe, wanneer, blijft buiten beschouwing. Misschien is ze er geruisloos. De oplossing van deze kwestie is heus niet zo eenvoudig en hele maal geen pietepeuterig star vasthouden van een eigen idee. Men moet van spreker geen uitspraak verwachten hoe het wel moet, maar hij hoopt dat het overleg gehouden zal worden met die instanties welke als bevoegd beschouwd mogen wor den om een goede oplossing te vinden." De heer VIS wil, ook namens de fractie die hij vertegen woordigt, zijn grote waardering uitspreken voor het vele en goede werk dat is gedaan om de onderwijsnota tot stand te brengen. De nota is een volledige of bijna volledige inven tarisatie van het onderwijs in Breda geworden. Zij bevat een schat aan interessante en waardevolle gegevens. De behoeften welke in alle takken van het onderwijs bestaan zijn hier te vinden evenals de mogelijkheden welke de verschillende tak ken van onderwijs bieden. De nota is als het ware een naslag werk voor de raadsleden geworden. De conclusies ten aanzien van het beleid dat door burgemeester en wethouders voor de naaste toekomst wordt voorgestaan zijn uit de veelheid van de gegevens niet gemakkelijk op te maken. Geeft de nota het college aanleiding bepaalde problemen nader uit te diepen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 30