21 AUGUSTUS 1963.
312
volgende vragen:
1. Is het college van mening dat, gezien de geconstateerde on
regelmatigheden, dit evenement voldaan heeft aan de normen
van de openbare zedelijkheid
2. Is Uw college overtuigd van de behoeftefactor van de Bredase
bevolking boven de 20 jaar
De heer VAN DER WERFF heeft een soortgelijke vraag als die
van de heer Van Gastel, maar zou deze gaarne iets nader willen
presiseren. Zijn burgemeester en wethouders bereid om, indien pas
na 20 november as. het in het najaar in het vooruitzicht gestel
de gereedkomen van de transformatorstations plaats vindt, alsdan
in ieder geval een noodverlichting aan te doen brengen, aange
zien de betrokken mensen dan precies een jaar zonder verlichting
zullen zitten.
De heer VAN CAULIL wijst op het bestaan van mobiele ver
keerslichten, zoals deze bij de rijkspolitie in gebruik zijn. Spre
ker vraagt zich af of dit soort installaties niet dienstig zou kunnen
zijnvoor de gemeente op die plaatsen waar proevenvoor de plaat
sing van verkeerslichten moeten worden genomen.
De heer VAN DER ZWAN merkt opdat het doorgaande verkeer
dat Breda nadert over de Graaf Engelbertlaan vaak te lang op de
rechter rijbaan blijft rijden. Hierdoor ontstaan moeilijkheden in
dien men op de linkerbaan wil komen hetgeen door filevorming
voor het stoplicht van de Baronielaan vaak niet mogelijk is. Wil
len burgemeester en wethouders overwegen om ongeveer 200 me
ter ten zuiden van de kruising met de Baronielaan een bord te
plaatsen, waarop staat aangegeven dat het verkeer, dat bestemd
is voor het centrum en het doorgaand verkeer op de linkerbaan
moeten rijden.
Hierna sluit de voorzitter om 11.40 uur de vergadering met
het gebruikelijke gebed.
De secretaris,