322 11 SEPTEMBER 1963. VRAAG. DeheerVAN CAULILwijstop het bestaanvan mobiele verkeers lichten, zoals deze bij de rijkspolitie in gebruik zijn. Spreker vraagt zich af of dit soort installaties niet dienstig zou kunnen zijn voor de gemeente op die plaatsen waar proeven voor de plaatsing van verkeerslichten moeten worden genomen. ANTWOORD. Het bestaan en de werking van mobiele verkeerslichten zijn dezerzijds bekend. Reeds enkele jaren geleden werd een dergelij ke installatie in de gemeente Breda gedemonstreerd. Deze mobiele verkeerslichten zijn meer in het bijzonder bedoeld voor tijdelijke regeling van het verkeer, bijvoorbeeld tijdens de spitsuren, bij bij zondere gebeurtenissen of drukke verkeersomleidingen. Het gebruik van deze installaties als proef op kruispunten, waar in de toekomst permanente verkeerslichten moeten worden geplaatst, is niet mogelijk, omdat met een dergelijke installatie slechts een zeer beperkte verkeersregeling kan worden uitgevoerd. Op deze wijze wordt nimmer een juist beeld verkregen omtrent het verkeersafwikkelingsbeeld van de te plaatsen permanente installa tie. VRAAG. De heer VAN GASTEL zegt, dat onder no. 2s van de agenda van deze vergadering antwoord gegeven is op zijn vraag met betrekking tot het verwijderen van bloemstukken na de dodenherdenking op 4 mei j. 1. op de Grote Markt. Op zijn vragen, welke maatregelen het college vorig jaar heeft getroffen en welke maatregelen het col lege voor de toekomst heeft genomen, opdat de bloemen blijven liggen, heeft hij geen antwoord gekregen. Het antwoord met betrekking tot het dit jaar verwijderen acht hij onbevredigend, omdat er een schriftelijke toezegging is gedaan, dat de bloemen zouden blijven liggen totdat ze verwelkt zijn. Naar zijn mening moet een eerbewijs voor de gevallenen niet wijken voor een marktkraam en verdient het aanbeveling zodanige maat regelen te treffen dat zulks ook niet nodig is b. v. door het plaatsen van een tijdelijk of nog liever een blijvend hekwerk rondom het monument. Hij zal het op prijs stellen ter zake nader door het college te wor den geïnformeerd. ANTWOORD. Over de vraag wanneer bloemstukken, gelegd bij gelegenheid van een dodenherdenking, zodanig verwelkt zijn, dat zij verwijderd kunnen worden, kan men van mening verschillen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 322