326
11 SEPTEMBER 1963.
in 1963 gelegen zou hebben. Toen is de aannemer echter de
restrictie gaan maken dat hij daartoe bereid zou zijn mits hij op
zijn aannemingsprijs van destijds, die bij de openbare inschrij
ving veruit de laagste was, de sindsdien plaats gehad hebbende
verhogingen van prijzen en materialen op mocht zetten. Dat zijn
dus de genoemde 8\"\o. De mededeling in het preadvies dat de
bekistingen en dergelijke ook zonder meer voor die brug aan de
Wilhelminasingel kunnen worden gebruikt is mogelijk wat al te
optimistisch. Naar sprekers mening zijn door het missen van de
aansluiting tussen de bouw van de ene en van de andere brug de
daaruit ontstane voordelen, zo deze er al zijn, zo minimaal dat
het niet redelijk zou zijn van de aannemer te eisen dat hij een
bepaald bedrag daarvoor in mindering zou brengen. Nogmaals
wil spreker toegeven dat het preadvies qua redactie de vraag van
de heer Gielen heeft uitgelokt en hij gelooft dat het beter was
geweest het anders te redigeren. Hij is overigens van mening dat
de hier gevolgde wijze van handelen voor de gemeente kosten
verlagend werkt.
Vervolgens gaat spreker in op de vraag van de heer Biemans wel
ke ging over een tere zaak, namelijk het kennis geven aan het
waterschap. In het preadvies is gezegd dat dit zal worden gedaan
en spreker neemt aan dat dit ook bijtijds zal gebeuren.
Hieraan wil hij nog toevoegen dat de grote vrees welke destijds
door het waterschap werd geuit als zou door de dam in de Tram
singel ongeveer half Breda onderlopen inde praktijk niet bewaar
heid is geworden.
De heer GIELEN gelooft ook dat zijn vraag zijn oorzaak vond
in de redactie van het preadvies. De aannemer kan in 1964 niet
meer profiteren van een bekisting van een brug die hij al in 1962
heeft gebouwd. Hij meent dat de betreffende zin uit het pread
vies kan worden geschrapt.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
10. VERHOGING VAN DE POST "VERKEERSMIDDELEN".
11a. HERINDELING VAN HET PARKEERTERREIN OP DE HOEK
MARKENDAALSEWEG.
b. PARKEERPLAATSEN IN DE TETERINGENSTRAAT EN IN DE
CERESSTRAAT.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
11c. AANBRENGEN VAN PARKEERMARKERINGEN OP HET STA
TIONSPLEIN EN IN DE STATIONSWEG.
De heer KOERTSHUIS zegt dat er nu toch erg vlug gewerkt is
naar aanleiding van een door hem gestelde vraag. Hij is blij met
dit voorstel want er is een ontstellend gebrek aan parkeerruimte