328
11 SEPTEMBER 1963.
worden, zal worden bezien of een tweede uitweg in de geest als
door de heer Van Loon bedoeld mogelijk is.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
13. VERZOEKEN OM MEDEWERKING EX ARTIKEL 72 DER LAGER-
ONDERWUSWET 1920.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
14. VERZOEK OM MEDEWERKING EX ARTIKEL 72 DER LAGER-
ONDERWUSWET 1920 VOOR DE STICHTING VAN EEN SCHOOL
VOOR ZIEKELIJKE KINDEREN.
De heer ZUTREGTOP zegt zeer erkentelijk te zijn dat dit voor
stel ter tafel komt en wel enerzijds omdat hiermede hetonderwijs-
patroon van de stad verder verbeterd wordt en anderzijds omdat
een groep vrij ernstig gehandicapte kinderen thans beter kan pro
fiteren van de voordelen die aan het onderwijs ten grondslag lig
gen. Tevens wil hij hier het schoolbestuur danken dat zij het ini
tiatief heeft genomen om aan deze school de naam te verbinden
van het vroeger raadslid en wethouder de heer Stubenrouch.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
15a. KREDIET VOOR HET SLAAN VAN EEN BRON OP HET TEN
NISPARK "DE MARK".
De heer VAN LOON neemt aan dat de dienst van openbare wer
ken de kwestie van het slaan van die pomp wel uitvoerig bekeken
zal hebben, maar bij hem is toch de vraag gerezen of het nietver-
standigerwas geweest om het hele tennispark toch maar op de wa
terleiding aan te sluiten. Dit was met vrij weinig kosten mogelijk
geweest. Spreker is er zich van bewust dat het slaan van die pomp
wellicht op de duur goedkoper zou zijn dan het aansluiten op de
waterleiding. Hem is het waterverbruik niet bekend en hij wenst
daarover te worden geïnformeerd of althans wil hij in het alge
meen een inzicht krijgen over het verbruik van het water. Daarna
zou kunnen worden beoordeeld of de aansluiting op de waterleiding
ware te prefereren boven het vrij kostbare aanboren van een bron.
Wethouder VERMEULEN acht deze vraag zeer terecht en kan er
op zeggen dat de dienst inderdaad deze zaken ten opzichte van
elkaar heeft afgewogen. Iets anders is dat men zo al denkende de
vraag kan stellen of de preadviezen van dit soort voorstellen mo
gelijk niet voorzien zouden kunnen worden van een exploitatie-
opzet van zowel de ene als de andere mogelijkheid, waardoor de
ze vraag niet gesteld hoefde te worden.
De dienst van openbare werken voorzag dat, als op het waterlei
dingnet zou worden aangesloten, een zwaardere leiding zou moe
ten worden gelegd en dat de kosten van de investering zowel voor