11 SEPTEMBER 1963. 337 Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 26. AANVULLEND KREDIET VOORBEREIDING BOUW CENTRALE WERKPLAATS VOOR HET VERVOERBEDRIJF. De heer MENDES wijst op een redactiefout. In het voorstel is vermeld A 8, naar zijn mening moet dit post A 6 zijn. Wethouder MEUS acht dit best mogelijk, hij heeft echter het investeringsplan hier niet, doch zal staande de vergadering de 8 veranderen in 6. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 27. VERSTREKKEN VAN EEN le HYPOTHECAIRE LENING. 28. WIJZIGING INGANGSDATA VAN ENIGE BENOEMINGSBESLUI TEN. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 29. WIJZIGING OP DE "VERORDENING VERMAKELIJKHEIDSBE LASTING 1959". De heer ZUTREGTOP zegt dat er aan het voorstel een paar as pecten zijn verbonden waar hij op in wil gaan. Door uitvoering te geven aan het voorstel zal ongetwijfeld bereikt worden dat de rentabiliteit van de bedrijfsvoering der bioscopen wordt verbeterd. Spreker wil overigens wel opmerken dat onlangs een tariefsverho ging inde Bredase bioscopen is doorgevoerd,hoewel hij er mee in stemt dat het motief der bedrijfsvoering het voorstel mede verde digt. Een andere kant is de bioscoop-situatie in Breda. In het ver leden is door de raad al meerdere malen kritiek geuit op de accom modatie en outillage en het aantal der bioscopen in Breda. Moge lijk kan belastingverlagingertoe meewerken dat aan deze klachten tegemoet gekomen kan worden. De rentabiliteit van de bioscopen kan nu verbeterd worden en daardoor kunnen deze bedrijven meer middelen tot verdere investering verkrijgen. Een ander punt aan het voorstel verbonden is de functie van de bios coop op zich. Enerzijds is dit te formuleren door het gericht zijn zowel op het culturele vlak als op de ontspanning op zich. De ge lijkschakeling van de tarieven voor films met cultureel karakter en die met een ontspanningskarakter is uit doelmatigheidsoverwegingen goed. Van de andere kant acht spreker het jammer dat het tech nisch niet goed mogelijk is om films met een uitgesproken cultu reel programma wat tegemoet te komen zodat het de bioscoopex ploitanten wat gemakkelijker wordt gemaakt om deze films die uiteraard minder bezoekers trekken, toch in Breda te brengen. Hij vindt dit een nadeel welke in de regeling ligt opgesloten. Burge meester en wethouders hebben gemeend niet te kunnen ingaan op de suggestie om Nederlandse films te stimuleren door hetzij af-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 337