353 16 OKTOBER 1963. leuke speeltuin is ingericht. Is er misschien een mogelijkheid in Boeimeer een dergelijke speeltuin te maken, omdat daar voor de kleuters eigenlijk in het geheel niets te vinden is. ANTWOORD. Medegedeeld wordt, dat bij de dienst van openbare werken en beplantingen een overzichtsplan voor de gehele stad in bewerking is, waarop worden aangewezen de thans aanwezige speelgelegen- heden en de nog wenselijk geachte uitbreiding hiervan. Blijkens in formatie zou dit stedelijk plan op korte termijn Uw raad bereiken; aan de hand hiervan zal nagegaan kunnen worden, in hoeverre aan de behoefte, bv. in Boeimeer, tegemoet wordt gekomen. VRAAG. De heer VAN GASTEL dankt voor het uitvoerige antwoord met betrekking tot de straatverlichting van de Hofwijkstraat en de Doen- radestraat. Uit dit antwoord blijkt dat de transformatorstations in die omgeving eerst in het najaar van 1963 gereed zullen zijn. In tussen is de situatie daar dermate dringend en zijn er zoveel bezwa ren dat spreker zou willen vragen of er misschien toch een tijdelijke verlichting zou kunnen worden gemaakt, met dien verstande, dat aan de daartegen aangevoerde bezwaren tegemoet kan worden ge komen door het plaatsen van palen met kabels. Deze worden ook wel toegepast bij de aanvang van bouwwerken ten behoeve van de te gebruiken elektrische apparatuur. Spreker verzoekt dit nog eens in overweging te nemen, al was het maar voor enkele palen. ANTWOORD. Het gereedkomen van het transformatorstation benodigd voor de straatverlichting van de Doenradestraat en omgeving is voorlopig niet te verwachten. Om het gemis aan straatverlichting voor de bewoners niet langer te laten voortduren zullen enkele voorlopige voorzieningen worden ge troffen. Voor zover de straataanleg en de trottoirs gereed zijn, zal enige verlichting worden aangebracht in de Groot IJpelaardreef, een gedeelte van de Maurikstraat, de Doenradestraat en Hofwijkstraat. De bewoners kunnen danvanaf de Valkenierslaan via de Groot IJpe laardreef langs verlichte wegen hun woningen bereiken. VRAAG. De heer KRAMER heeft met betrekking tot het bierfestival de volgende vragen: 1. Is het college van mening dat, gezien de geconstateerde onregel matigheden, dit evenement voldaan heeft aan de normen van de openbare zedelijkheid. 2. Is Uw college overtuigd van de behoefte-factor van de Bredase bevolking boven de 20 jaar?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 353