m
363
16 OKTOBER 1963.
Wethouder VAN BOXTEL beaamt dit en deelt mede dat de over
wegingenvan de raad door burgemeester en wethouders aan het be
stuur zullen worden kenbaar gemaakt. Hij hoopt dat de raad daar- r,
in genoegzaam vertrouwen zal willen stellen. Anderzijds zou hij
willen voorkomen dat er kortsluiting zou ontstaan tussen het be
sturende team en de keurende artsen.
Een zekere representatie in het bestuur van de keurende artsen lijkt j
hem niet alleen toelaatbaar, maar zelfs zeer gewenst. Er zou ech
ter naar een bepaalde verhouding gezocht moeten worden. Een ver
houdingvan 2 keurende artsen op de drie artsen bestuursleden komt
hem momenteel gewenst voor. 5
Indien de raad met deze visie zou kunnen instemmen dan is spre-
ker gaarne bereid deze gedachte aan het bestuur in overweging te i
geven. Burgemeester en wethouders zullen het huishoudelijk regie-
ment hierop dan ook toetsen. Spreker wil de raad er nog op atten
deren dat in het gehele land de organisaties voor de sportkeuring
op plaatselijke toestanden, historie en tradities zijn opgebouwd.
In Breda hebben wij ons aan de bestaande toestand niet teveel ge- v
spiegeld en zullen dus wat de bestuursformatie betreft met een
schone lei kunnen beginnen.
Door de heer Van den Eeden is artikel 9 in discussie gebracht. Dit
formele artikel is door deskundigen op het gebied van de Pensioen
wet ingebracht en wellicht zal wethouder Van Bijnen daarover meer c
kunnen zeggen dan spreker. Het is de bedoeling te voorzien in de
mogelijkheid dat het personeel van de stichting onder de bepalingen
van de pensioenwet zal vallen. Het is daarom wellicht gewenst in
het midden te laten of de woorden "door het bestuur van de stich
ting" voor de woorden "benoemd en ontslagen" moeten worden ge
plaatst. Hoogstens uit taalkundige overwegingen zou spreker met
de heer Van den Eeden mede kunnen gaan. De heer Van Casteren,
die het betreurt dat het aantal bestuursleden op vijf is gefixeerd,
zou spreker willen zeggen, dat wijziging van de statuten toch al- t
tijd mogelijk is. Nogmaals benadrukt hij dat dit niet een zwaar 1
besturende stichting is. De praktijk zal zijn dat er veel gekeurd j
en weinig bestuurd zal worden. c
ïn Breda is geprobeerd het accent van de stichting te leggen op het i
medisch vlak. Overigens wil dit niet zeggen dat het geen zaak is p
voor de sportwereld, doch naar zijn mening moet het een samen- c
spel zijn van artsen en sportwereld. c
Hij meent dat hij de heer Van Casteren moet ontraden om al te r
zeer aan te dringen op een uitbreidingsmogelijkheid van het aan- 1
tal bestuursleden in de statuten en omdat hij meent beluisterd te r
hebben dat de raad er ook geen behoefte aan heeft, neemt spreker I
aan dat ook de heer Van Casteren bereid zal zijn dit even aan te v
zien. p
t
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten. g
d
5. RIOLERINGS- EN BESTRATINGS WERKZAAMHEDEN - STRAAT
VERLICHTING GARAGES "BOEIMEER N.O.".