375 16 OKTOBER 1963. geschieden,, Ofschoon er in het voorstel staat dat de hiertoe nodige ruimte in genoemde jaren kan worden gevonden door met ingang van 1964 de aanlegkostenvan intercommunale wegen, uitgezonderd de rondwegen, ten laste van het grondbedrijf te brengen. Dit zal dus resulteren in een prijs-verhoging van de grondprijs met 7<7o„ Spreker gelooft veel eerder dat het de bedoeling van burgemeester en wethouders is geweest aan de raad in ieder geval een mogelijk heid voor te leggen, die zou kunnen worden aangewend. Doch echter wel met de vrijheid van de raad om te beslissen op deze wijze al dan niet in dit financierings-tekort te voorzien. De heer ZUTREGTOP vraagt hoe de wethouder dan de voor laatste alinea van het voorstel wil interpreteren. Wethouder VERMEULEN deelt mede, sprekende naar het alge meen gevoelen van burgemeester en wethouders, dat deze alinea uit het voorstel wordt geschrapt en dat de raad de mogelijkheid heeft om naar dekkingsmiddelen te zoeken als het investeringsplan zal worden aangeboden. Dan heeft de raad de mogelijkheid dit plan kritisch te bekijken en kan nagaan of er op andere wijze dek kingsmiddelen kunnen worden gevonden. De raad zal echter wel moeten begrijpen dat op dit plan eerst de rijksgoedkeuring moet volgen en daarna de goedkeuring van gedeputeerde staten op het krediet voordat met de uitvoering beginnen kan worden. Spreker wijst er op, dat bij gedeputeerde staten op enigerlei wijze zal moeten worden aangetoond dat er dekkings middelen zijn, en het ligt voor de hand dat als er geen andere middelen gevonden kunnen worden door burgemeester en wethouders op de thans voor gestelde mogelijkheid zal moeten worden gewezen. Getracht zal moeten worden de goedkeuring van gedeputeerde staten te bemach tigen. Als de raad er mede akkoord gaat te trachten het project zo vlug mogelijk van start te laten gaan hebben burgemeester en wet houders hieraan voldoende. Zij beloven de raad van hun kant, dat over de grondprijzen te zijner tijdeen beslissing zal worden genomen waarbij het investeringsplan in zijn geheel een rol zal spelen. Spreker gelooft dat hij hiermede een aantal van de vragen van de heer Zijtregtop en andere raadsleden voorlopig terzijde kan leggen. Burgemeester en wethouders zijn het inderdaad met de heerZijtreg- top eens dat dit plan toch wel meer dan een plaatselijk belang heeft en zij hebben daarvoor ook contact opgenomen met Incoret en deze instantie is volgens ontvangen mededeling een andere mening toegedaan. Er behoeft dus niet op enige bijdrage uit deze hoofde te worden gerekend. De heer Vis, zo zegt hij, heeft in hetzelfde vlak vragen gesteld. Op zijn vraag over de straatverlichting en de brandkranen kan spre ker antwoorden dat de oude verbindingsweg, die dus een bosweg- getje was, en die liep van de Wolfslaardreef naar de Grote Dreef beginnende in het Ulvenhoutsebos, komt te vervallen, omdat deze weg voor een deel door het complex Wolfslaar komt te lopen. Er wordteen nieuwe toegangsweg gemaakt bestaande uit de Wolfslaar dreef, die echter inde huidige toestand een onvoldoende capaciteit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 375