16 OKTOBER 1963. 382 18. DIVERSE VERKOPEN VAN ONROERENDE GOEDEREN. 19. VERHUUR VAN EEN GEDEELTE VAN PAND TRAMSINGEL 72. Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 20. VERHUUR DERDE VERDIEPING VOORGEBOUW BUREAU VAN POLITIE MARKENDAALSEWEG. De heerQUADEKKER heeft zich verbaasd over de inhoud van dit voorstel. In het voorstel staat dat de derde étage van het politie bureau wordt verhuurd aan de belastingdienst, welke dienst gezien het karakter van haar werkzaamheden en de bestemming van het gebouw het meest tot huurder aangewezen moet worden geacht. Indien hij zich voorstelt dat er op deze étage cellen zouden zijn, waardoor huisvesting van de fiscale opsporingsdiensten aantrekke lijk zou worden dan weet spreker nog niet of ook zij politioneel bij de politie mensen thuis horen krachtens hun karakter. Beter kan hij zich dat voorstellen van de rijkspolitie. Gaarne zou hij vernemen op welke gronden de rijksbelastingdienst de aangewezen huurder is van deze étage. De heer MELZER vindt de overeenkomst hierin gelegen dat men door beide instanties soms gegrepen wordt. De VOORZITTER is van oordeel dat er diepere achtergronden zijn dan de heer Quadekker naar voren heeft gebracht. Het is een huurder, die niet al te veel aanloop heeft en naar de smaak van burgeneester en wethouders hebben zij in het beroep van aanstaan de verhuurder in deze rijksinstantie een goede aanstaande huurder. Men kan er moeilijk een zelfbedieningszaak vestigen. De heer Z3JTREGTOP heeft nog een vraag over de huurprijsvast stelling. Uit het huurcontract blijkt dat de huur is vastgesteld op ba sis van de kostprijs. Als aanvangshuur komt hem dit wel juist voor. Hij vraagt zich echter wel af wat er gebeurt bij huurverhogingen e.d. Het lijkt hem toch wel een beetje moeilijk om de huur blijvend aan de kostprijs te bLjven binden. VOORZITTER antwoord dat in het contract de bepaling is op genomen dat bij aanmerkelijke verandering van de variabele kos ten de huurprijs verhoogd kan worden. De heer ZIJTREGTOP interrumpeert de voorzitter met de opmer king dat het hier de variabele kosten betreffen. De VOORZITTER zegt dat bij niet variabele kosten wordt uitgegaan van de werkelijke investering, vermeerderd meteen ren telast van 42°Jo per jaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 382