38 16 JANUARI 1963. Op grond van deze overwegingen zou hij het college willen voorstellen uit deze nota een folder - dat zou altijd "aantrek kelijk" zijn, zoals men weet - te laten samenstellen, waar mee ouders zich gemakkelijk over de Bredase onderwijsmoge lijkheden kunnen oriënteren. Hij gelooft dat dit waarde zal hebben als voorlichting over en als propaganda voor de stad. Want er is heel wat, zelfs meer wanneer naast de op pagina 126 genoemde Koninklijke Militaire Academie ook de overige militaire opleidingsinstituten genoemd zouden worden. Wat echter van veel groter belang is: de stand van het Bre dase onderwijs is zeer bevredigend. In dit verband wil spreker speciaal zijn waardering uitspreken voor en de aandacht vesti gen op de op zijn verzoek samengestelde bijlage X. De bevoegd heidstoestand ligt over het geheel genomen bij het plaatselijk v.h. m. o. bijvoorbeeld aanzienlijk gunstiger dan bij het lan delijk. Dat daarbij gegevens van de resultaten van de scholen moeten worden gemist, is geen verwijt, slechts het preluderen op of formuleren van een wens. Niet zomaar een wens ten einde met cijfertjes te kunnen spelen, doch voortvloeiend uit het op pagina 53 genoemde cijfer van 12j dat deelneemt aan het v. h. m.o. in de leeftijdsklassen van 12 tot 20 jaar. Ter vergelijking: het landelijk cijfer is 10% en daarvan valt 50% af. Een analyse van de resultaten van het v. h. m. o. te Breda lijkt dan toch wel op zijn plaats. Eigenlijk heeft spreker, en het klinkt voor zo'n nota wellicht ondankbaar, nog meer wensen wanneer hij over het Bredase onderwijs begint. Een aantal dezer desiderata staan ook in deze nota onder hoofdstuk II paragraaf '7 (pagina 45), alleen is het daar gestelde te eng op het lager onderwijs afgestemd. Eigenlijk zou er, net zo goed als men de gemeentelijke dienst planologie en demografie kent, een ambtenaar moeten zijn, die uitsluitend onderwijsproblematiek behandelde. Het "stad huis" treedt nu al jaren op bijzonder actieve wijze coördine rend en stimulerend op, maar dat dient tussen alle administra tieve beslommeringen door te geschieden en daardoor blijft wel eens veel liggen wat eigenlijk aandacht verdiende, mede in verband met toekomstige ontwikkeling. Hij denkt hier aan vraagstukken als: - voorlichting beroepskeuze, hetgeen nu door scholen inciden teel wordt behandeld; - voorlichting schoolkeuze na de lagere school: de afdeling Breda van volksonderwijs trekt daar bijvoorbeeld elk jaar een zaal vol belangstellende ouders mee, die vaak bijzon der nuttige en intelligente vragen stellen; - voorlichting van ouders met schoolgaande kinderen en in verband daarmee de noodzaak en niet het nadeel van ouder avonden; - de vrije zaterdag, maatschappelijk wellicht gewenst, maar voor de jeugd in concreto een verzwaring.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 38