16 OKTOBER 1963. 396 waardoor de kosten van kolen of olie en aanschaffing van kachels is komen te vervallen. Ook uit het oogpunt van het huisvestings beleid stellen burgemeester en wethouders zich voor dat deze meer comfortabele woning een doorschuiving zal kunnen veroorzaken, die juist woningen gaat vrij maken in die categorie, waarop op het ogenblik de meeste behoefte bestaat. De heren Vis enQuadekker hebben beiden de vraag gesteld over de onverwarmde douchecel. Op zich genomen is het plaatsen van een radiator in de badcel zeer onrendabel, omdat de ruimte zeer weinig gebruikt wordt. Voor de aardigheid heeft spreker eens uit laten rekenen wat de kostenverhoging zou zijn als de badcel ook verwarmd zou worden. De uitkomst hiervan is 45 cent per week. Hieruit blijkt dat de verwarming van de badcel een vrij hoge kos tenverhogende factor is. Dit zal dan ook wel de reden zijn, waar om het rijk dus niet toestaat dat de badcel verwarmd wordt. Thans ligt men juist binnen het prijspeil dat het rijk acceptabel acht. Spreker kan het met de heer Vis eens zijn dat het mogelijk aan trekkelijk is een verwarmde badcel te hebben, doch anderzijds zal bij een gelijkmatig verwarmd huis, de badcel, die meestal inge bouwd is, voor een groot gedeelte van het jaar onverwarmd ge bruikt kunnen worden. Bovendien kan de badcel zo zegt hij op an dere wijze verwarmd worden. De heer Quadekker kan hij mededelen dat de woningen geen ei gen stookplaats krijgen. Het is zo dat indien de centrale verwar ming wordt goedgekeurd de rijksoverheid de stookplaatsen laat ver vallen. Dit is weer een ingewikkelde materie. De provinciale di rectie kan natuurlijk niet goedkeuren dat de stookplaats wegblijft, tenzij men er van verzekerd is dat de centrale verwarming komt. Thans moet er gebouwd worden en binnen nu en 5 of 6 weken moet het bekend zijn of de stookplaats aangebracht moet worden. Bo vendien zou de kelderkast komen te vervallen. In de plaats hier voor zijn in de woning holle baksteenvloeren inde kamers gedacht, terwijl de aannemer nog bereid is in plaats van de kelderkast een ijskastje van 115 liter in iedere woning te plaatsen. Spreker kan echter de raad wel mededelen, dat de medewerking van Den Haag voor een zo moderne inrichting van woningen be slist niet te verwachten is. Het is natuurlijk een vraag of er in elke woning een ijskast moet komen. Getracht zou kunnen worden het volle bedrag dat uit de ze bouwkundige verandering vrijkomt op andere wijze ten gunste van het wooncomfort te laten komen. In de afdeling openbare werken van de raad is reeds, indien dit alles zou lukken, de suggestie gedaan om het sanitair uit te brei den met een vaste wastafel. Spreker gelooft dat dit altijd nuttiger zal zijn, dan de huur met bijvoorbeeld 9 cent per week te verla gen. Hij durft echter niets met zekerheid te zeggen want het zijn wo ningwetwoningen en indien de rijksoverheid ook deze voorzienin gen niet wenst en een huurverlaging voorschrijft, dan is de ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 396