411
13 NOVEMBER 1963.
hoofdinspectie van het lager onderwijs plaats.
Door het ministerie van onderwijs, kunsten en wetenschappen, waar
onder deze inspectie ressorteert, worden stringente eisen gesteld
ten aanzien van het toe te passen systeem, waarbij dat bouwsy
steem nauwkeurig zal worden getoetst aan de vraag, of er inder
daad sprake zal zijn van een nuttig effect van de opgegeven ar
beidsbesparende methoden. Het overleg met de bouwkundige hoofd
inspectie verkeert thans in een vergevorderd stadium. Omdat het in
het belang van het onderwijs van het allergrootste belang is dat op
korte termijn daadwerkelijk een aanvang kan worden gemaakt met
de uitvoering der plannen, komt het niet opportuun voor thans op
nieuw met een ander bouwsysteem het overleg met de bouwkundige
inspectie te heropenen.
Mogelijkerwijze zouden bij de uitvoering van een volgend project
in systeembouw te bouwen scholen de Bredase bouwondernemers
kunnen worden ingeschakeld.
VRAAG.
De heer BIEMANS wijst er op dat het riool in de bocht van het
looppad (oud Kerkpad rechtsvoor hetv. m. hotel "de Kroon",krui
sende de Kruisstraat) in Princenhage-Noord, in een zeer slechte
staat verkeert. Hij verzoekt ineen kort tijdsbestek de nodige voor
zieningen te treffen.
ANTWOORD.
Kennelijk is bedoeld de duiker in het Bochtlooppad, welke ge
deeltelijk verstopt zat. Inmiddels zijn de nodige voorzieningen
getroffen.
VRAAG.
De heer SPANJER verzocht hem mede te delen uit welke be
grotingspost de kosten worden gedekt van de op het ogenblik plaats
hebbende verbouwing van de Pius X-school.
ANTWOORD.
Medegedeeld kan worden, dat ons college onlangs besloten heeft
de zolder van de Pius X-school te bestemmen tot huisvesting van
het (meisjes-) jeugdwerk in de parochie O. L.Vr. van Goede Raad
(Driesprong), met het desbetreffende verbouwingsplan akkoord te
gaan en financiële medewerking daarbij te verlenen in de vorm
van een garantie tot een bedrag van maximaal 5.200, -.
Dit bedrag kan ten laste worden gebracht van de post 600c 1963
(jeugdsubsidies), waarop ruimte aanwezig is; immers, hoofdstuk
VII, artikel 3, sub a van de jeugdsubsidieregeling bepaalt, dat het
jeugdfonds bestemd is voor buitengewone uitgaven, die naar het